2.3 Hoe wil je wonen?

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
  • Huiswerk 
  • lesdoelen van vandaag
  • instructie paragraaf 2.3
  • aan het werk met 2.3
  • hebben we onze lesdoelen gehaald?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen consumentenorganisaties NIET?
A
Onpartijdige informatie geven
B
Informatie geven over de rechten en plichten van de consument
C
Opkomen voor producenten
D
Acties voeren om de belangen van consumenten te beschermen bij overheid en bedrijven

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij producten met dit keurmerk krijgen boeren in ontwikkelingslanden een betere prijs voor hun product
Producten met dit keurmerk voldoet aan de eisen van de Europese wetgeving. 
Keurmerk voor webwinkels. Betrouwbare webshop.
Keurmerk voor reisondernemingen.
Dit keurmerk staat op producten met minder calorieën, vet suiker of zout.

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Consumer power?
A
producenten die samen opkomen voor de eigen belangen
B
iemand die samen met anderen het zelfde product koopt
C
door gezamenlijk op te treden heb je meer invloed op producenten
D
consumenten die samen een product kopen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke twee situaties geldt het consumentenrecht?
A
Je koopt een ongebruikte spelcomputer van een vriend.
B
Je koopt in een winkel een afgeprijsde jas.
C
Je bestelt bij een webshop een drone
D
Je koopt op een rommelmarkt een fiets.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een broodje gezond kost bij de HEMA € 4,50 en bij Bakker Bart € 5,-.

Hoeveel procent is Bakker Bart duurder dan de HEMA?



A
10%
B
11,11%
C
12,11%
D
11,10%

Slide 7 - Quiz

Whiteboard
Ziet toe op veilig voedsel en veilige consumentenproducten
Doet uitspraak bij klachten van consumenten over producten
Onderzoekt of bedrijven eerlijk met elkaar concurreren

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2
Wat voor consument ben jij?

2.1 Samen sta je sterker
2.2 Waar heb je recht op?
2.3 Hoe wil je wonen?
2.4 Wat doe jij voor het milieu?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achter de vraagprijs van een woning staat vaak Kosten Koper (K.K.)
Wie moet dit betalen?
A
de makelaar
B
de huurder
C
degene die het huis verkoopt
D
degene die het huis koopt

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste begrippen naar de juiste plek. 
Koopwoningen
Sociale sector woningen
vrije sector woningen
huurwoningen

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 soorten kosten bestaan de kosten koper (k.k)?
A
btw en overdrachtsbelasting
B
overdrachtsbelasting van 2% en advocaatkosten
C
advocaatkosten en btw
D
notariskosten, 2% overdrachtsbelasting en btw

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Na deze les kun je ...
  • uitleggen wat de woningmarkt is.
  • vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.
  • kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt.
  • uitleggen wat een hypothecaire lening is.
  • voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een voordeel van een huurwoning ten opzichte van een koopwoning.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een nadeel van een huurwoning ten opzichte van een koopwoning.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Woningmarkt
Markt voor koopwoningen

Aanbod van alle woningen die te koop staan.

Vraag naar woningen door alle mensen die een huis willen kopen.
 
.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woningmarkt
Aanbod van alle huurwoningen
 

Vraag naar woningen door alle mensen die een huis willen huren.
 
 
.

Markt voor huurwoningen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe gaat het op dit moment met de woningmarkt. Maak eens een screenshot van een krantenartikel waaruit dit blijkt.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een huis huren

  • Sociale huurwoningen (huur tot ± € 740)
  •  verhuurd door woningcorporaties:
  • zij bouwen, verhuren en onderhouden betaalbare woningen.
  • Huurwoningen in de vrije sector
  •  verhuurd door commerciële verhuurders.


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huurtoeslag
  • bijdrage van de overheid om de huur te kunnen betalen:
  • bij laag inkomen en vermogen (spaargeld)
  • aanvragen bij de Belastingdienst
  • Wanneer kom je hiervoor in aanmerking....

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een huis kopen
Behalve de prijs betaal je bij bestaande woning:
  • kosten koper (k.k.), 2% overdrachtsbelasting over aankoopprijs
  • notariskosten
  • bij nieuwbouwhuis:
  • btw en notariskosten


Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geld lenen om een huis te kopen?
Hypothecaire lening = 
  • lening voor aankoop woning lange looptijd (30 jaar)
  • woning is onderpand voor de bank
  • deel betaalde hypotheekrente terugvragen via Belastingdienst

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gemeentelijke belastingen
  • Woningeigenaar betaalt:
  • onroerendezaakbelasting (ozb)
  • = percentage van de WOZ-waarde
  • Alle huishoudens betalen:
  • rioolheffing
  • afvalstoffenheffing
  • Hondenbelasting, alleen als je een hond hebt.


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelf aan de slag

Ga de resterende lestijd  aan de slag met het maken van de opdrachten  van paragraaf 2.3


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je...
  • uitleggen wat de woningmarkt is.
  • vaststellen of je als huurder recht hebt op huurtoeslag.
  • kosten noemen waarmee je te maken hebt als je een huis koopt.
  • uitleggen wat een hypothecaire lening is.
  • voorbeelden noemen van gemeentelijke belastingen.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is huurtoeslag ?
A
Is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen
B
Een financiële bijdrage van de bank
C
Is een financiële bijdrage van de bank waarmee je een deel van de huur kunt betalen
D
Is een financiële ondersteuning van de overheid

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Achter de vraagprijs van een woning staat vaak Kosten Koper (K.K.)
Wie moet dit betalen?
A
de makelaar
B
de huurder
C
degene die het huis verkoopt
D
degene die het huis koopt

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soort gemeentelijke belasting hoort bij de afbeelding?
A
rioolheffing
B
hondenbelasting
C
afvalstoffenheffing
D
onroerendezaakbelastingen (OZB)

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste begrippen naar de juiste plek. 
Koopwoningen
Sociale sector woningen
vrije sector woningen
huurwoningen

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 2 soorten kosten bestaan de kosten koper (k.k)?
A
btw en overdrachtsbelasting
B
overdrachtsbelasting van 2% en advocaatkosten
C
advocaatkosten en btw
D
notariskosten, 2% overdrachtsbelasting en btw

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions