Quiz Statistiek

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

LessonUp

statistiekquiz 

De variabele
'streepjescode' is

1. nominaal
2. ordinaal
3. discreet
4. continu

Kwalitatief

Kwantitatief

bankrekeningnummer

Godsdienst

Beroep

Snelheid

Schoenmaat

Gewicht

Noem de drie centrummaten

Welk percentage van
de normale verdeling
is rood gekleurd?

1. 68%
2. 27%
3. 33%
4. 13,5%

Wat is waar?
1 Het gemiddelde is gevoelig voor uitschieters
2 De mediaan is ongevoelig voor uitschieters

1. 1 waar, 2 waar
2. 1 niet waar, 2 waar
3. 1 waar, 2 niet waar
4. 1 niet waar, 2 niet waar

Welke spreidingsmaat geeft een goede indruk van de spreiding rond het gemiddelde?

1. Interkwartielafstand
2. Spreidingsbreedte
3. Standaardafwijking
4. Modus

Een verdeling is normaal als ...

1. de verdelingskromme symmetrisch is
2. als modus, mediaan en gemiddelde samenvallen
3. de vuistregels voor de normale verdeling gelden
4. A,B en C gelden

Wat is de breedte van het 95% betrouwbaarheidsinterval

1. 0,01
2. 0,02
3. 0,04
4. 0,08

Welke stelling is waar?
1 De variabele 'aantal rotte appels' is discreet.
2 De variabele 'telefoonnummer' is ordinaal.

1. 1 waar, 2 waar
2. 1 niet waar, 2 waar
3. 1 waar, 2 niet waar
4. 1 niet waar, 2 niet waar

Welke vergelijking hoort hierbij?

1. 2√​​n​​0,6⋅(1−0,6)​​​​​=0,03
2. 4√​​n​​0,6(1−0,6)​​​​​=3
3. 2√​​n​​0,6(1−0,6)​​​​​=0,06
4. geen idee

Met welke formule bereken je de steekproefomvang die nodig is voor een 95% betrouwbaarheidinterval met p = 0,6 en een maximale afwijking na 3% ?

1. 2√​​n​​0,6⋅(1−0,6)​​​​​=0,03
2. 4√​​n​​0,6(1−0,6)​​​​​=3
3. 2√​​n​​0,6(1−0,6)​​​​​=0,06
4. geen idee

Bereken de steekproefomvang die nodig is voor een 95% betrouwbaarheidinterval met p = 0,6 en een maximale afwijking na 3%, dus los op:

2√​​n​​0,6(1−0,6)​​​​​=0,03

1. 513
2. 872
3. 1067
4. 2312

Wat is waar?

P: [112, 120] en Q: [116, 124]

1. P is het meest nauwkeurig
2. Q is het meest nauwkeurig
3. P en Q zijn even nauwkeurig
4. geen idee

Teken het boxplot dat
hoort bij een
links-scheve verdeling

Om de grootte van
het verschil te
bepalen gebruik je ...

1. phi
2. boxplot
3. effectgrootte
4. maxvcp

Als het steekproefgemiddelde en steekproefstandaardafwijking gegeven zijn, dan gebruik je

1. phi
2. boxplot
3. effectgrootte
4. maxvcp

Dit diagram is een...

1. relatief frequentiepolygoon
2. cumulatief frequentiepolygoon
3. frequentiepolygoon
4. histogram

Heb je goed gescoord bij deze quiz?

😒🙁😐🙂😃