Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
AK5: Klimaat & Steden
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet waar de grootste steden ter wereld liggen.
Je weet welke 5 hoofdsoorten klimaten er zijn.
Je weet in welk klimaatgebied dit is.
Je weet 2 klimaatfactoren die een rol spelen.
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Klimaten op aarde
Slide 4 - Diapositive
A=tropisch klimaat
Kenmerken
Het A-klimaat heeft als belangrijkste kenmerk dat het warm is. De gemiddelde temperatuur is in de koudste maand hoger dan 18 'C.
Het hele jaar door valt regen.
grafiek
Slide 5 - Diapositive
B=droog klimaat
Kenmerken
Het B-klimaat is heet en droog. In een woestijn valt minder dan 200 mm neerslag. In een steppeklimaat is dat tussen de 200 en 500 mm per jaar. De verdamping is hoog.
grafiek
Slide 6 - Diapositive
C=zeeklimaat
Kenmerken
Het C-klimaat is het gematigde zeeklimaat. De gemiddelde temperatuur in de warmste maand is meer dan 10 'C. In de koudste maand de temperatuur gemiddeld boven -3 'C en onder 18 'C.
Het hele jaar door valt er neerslag.
grafiek
Slide 7 - Diapositive
D=landklimaat
Kenmerken
Het D-klimaat is het landklimaat. De invloed van de zee is er niet, waardoor de verschillen tussen warme en koude perioden groter zijn.
De gemiddelde temperatuur in de koudste maand ligt onder -3 'C en in de warmste maand boven 10 'C.
grafiek
Slide 8 - Diapositive
E=poolklimaat
Kenmerken
Het E-klimaat is het koudste klimaat. In de warmste maand wordt het nooit warmer dan 10 'C.
Het poolklimaat vind je niet alleen bij de polen, maar ook hoog in de bergen.
grafiek
Slide 9 - Diapositive
Klimaatfactoren
1. Geografische breedte
2. Hoogte
Slide 10 - Diapositive
Geografische breedte
Slide 11 - Diapositive
Geografische Breedte
Hoge breedte is koud
Lage breedte is warm
Want stand van de zon.
Slide 12 - Diapositive
Wiskundige begrenzing
Thermische begrenzing
Slide 13 - Diapositive
In welke luchtstreek liggen de meeste steden?
Slide 14 - Question ouverte
Hoogte
Hoe hoger hoe kouder.
6 graden Celsius kouder elke 1000m
(0,6 graden Celsius per 100m)
Slide 15 - Diapositive
Voorbeeld: oefenen.
Land: Japan.
Zoek op Google Maps: waar ligt dit land.
Gebruik de wereldkaart met graden net om het juiste antwoord te bepalen.
Maps.google.nl
Slide 16 - Diapositive
Japan:
Japan ligt boven de evenaar: dus op noorderbreedte.
Japan ligt ten oosten van de O-lengtegraad: dus op oosterlengte.