massamedia hfst 3 en 4

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant
1 / 25
suivant
Slide 1: Quiz
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 1 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 2 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 3 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 4 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 5 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 6 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 7 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 8 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 9 - Quiz

John, die een groot fan is van Ajax, gelooft niets van een artikel waarin geschreven wordt dat PSV de grootste kandidaat is voor het kampioenschap dit jaar.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Framingtheorie
D
Theorie van de selectieve perceptie

Slide 10 - Quiz

Wat houdt de injectienaaldtheorie in?
A
Dat mensen alleen ideeën uit de media overnemen als die aansluiten bij hun eigen ideeën.
B
Dat mensen met elkaar praten over onderwerpen die in de media voorkomen.
C
Dat mensen opvattingen die door de media worden verspreid overnemen.

Slide 11 - Quiz


Volgens deze theorie nemen de ontvangers de boodschap zonder nadenken over. De ontvangers worden als het ware gemanipuleerd. 
Over welke beïnvloedingstheorie gaat het hier?
A
injectienaaldtheorie
B
agendatheorie
C
framingtheorie
D
theorie van de selectieve perceptie

Slide 12 - Quiz

Vraag 7. "Je ziet wat je wilt zien en je hoort wat je wilt horen". Bij welke beïnvloedingstheorie van de media hoort deze uitspraak? (blz 79)
A
Injectienaaldtheorie
B
Framingtheorie
C
Agendatheorie
D
Theorie van selectieve perceptie

Slide 13 - Quiz

De media bepalen de onderwerpen waar in de samenleving over wordt gesproken.
Bij welke theorie over de media past deze omschrijving?
A
agendatheorie
B
injectienaaldtheorie
C
theorie van de selectieve waarneming

Slide 14 - Quiz

In ieder journaal gaat het over corona dus in mijn familie wordt er ook veel over gepraat.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie

Slide 15 - Quiz

"Squid Game massaal nagespeeld op de basisschool: ‘Ouders realiseren zich niet wat de impact is’"

Welke theorie over de invloed van media past het beste bij deze titel?
A
injectienaaldtheorie
B
framingtheorie
C
selectieve perceptie
D
agendatheorie

Slide 16 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de injectienaaldtheorie?
A
indoctrinatie - hersenspoelen
B
publieke opinie
C
stereotypes
D
politieke agenda

Slide 17 - Quiz

De mensen praten nog lang na over de laatste uitzending van
'Boer zoekt vrouw'.
A
Injectienaaldtheorie
B
Selectieve perceptie
C
Agendatheorie

Slide 18 - Quiz

Ik volg het nieuws alleen via insta; zo zie ik tenminste niet al die bullshit.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie

Slide 19 - Quiz

Welke uitspraak klopt?
1. Het vermelden van een nieuwsbron betekent dat de informatie is gecontroleerd.
2. Bij het vermelden van een nieuwsbron is hoor en wederhoor niet meer nodig.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide onjuist.
D
1en 2 zijn beide juist.

Slide 20 - Quiz

Wat betekent hoor en wederhoor?
A
Als je iets hoort over een ander vraag je altijd eerst of dit klopt voordat je.
B
Vertel in je nieuwsitem duidelijk wat feiten en wat meningen zijn. Meningen mogen niet als feiten worden gepresenteerd.
C
Sommige bronnen vertellen in vertrouwen iets aan journalisten en willen anoniem blijven.

Slide 21 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

1. Hoor en wederhoor is het scheiden van feiten en meningen.
2. Een goede journalist is altijd subjectief.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 22 - Quiz

Als je eigen mening niet meetelt noemen we dat
A
actueel
B
nieuws
C
objectief
D
norm

Slide 23 - Quiz

Die leraren klagen altijd maar over die werkdruk.
Is bericht objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quiz

Welke uitspraak is objectief?
A
Vorige week vond ik het heel warm
B
Vorige week was het warmer dan 30 graden
C
Vorige week gutste het zweet langs mijn voorhoofd
D
Vorige week snakte ik naar een koel drankje tegen de bloedhitte

Slide 25 - Quiz