Regeling 5.5
1 / 18
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Welk deel van het zenuwstelsel zorgt voor coördinatie?
A
Zenuwen
B
Ruggenmerg
C
Kleine hersenen
D
Grote hersenen
Slide 5 - Quiz
Hoe heet de scheidingslijn tussen de voor en achterkant van de grote hersenen?
A
Middenlijn
B
Tussenwand
C
Hersenstam
D
Centrale groeve
Slide 6 - Quiz
Welke kleur heeft de hersenschors?
A
Grijs
B
Wit
C
Roze
Slide 7 - Quiz
Hoe komt het dat de hersenschors grijs is?
A
Omdat daar de uitlopers liggen van de schakelcellen
B
Omdat daar de cellichamen liggen van de schakelcellen
C
Omdat daar alle zenuwcellen bij elkaar komen
D
Omdat de hersenen van een grijze materie gemaakt zijn
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
0
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Vidéo
1) Wat is de prikkel?
2) Welke reactie geeft de baby?
3) Wat is daarvan de functie?
2) Welke reactie geeft de baby?
3) Wat is daarvan de functie?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
De reflexboog van je ooglidreflex gaat via.....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen
Slide 15 - Quiz
De reflexboog van je knie reflex gaat via ....
A
het ruggenmerg
B
de hersenstam
C
de kleine hersenen
D
de grote hersenen
Slide 16 - Quiz
Iemand trapt op een punaise . Tijdens de reflex die daarop volgt, wordt het been omhooggetrokken.
Beschrijf de reflexboog waarlangs de impulsen worden geleid bij deze reflex.
Beenspieren
Gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Zintuigen in de voet
Schakelcellen in het ruggenmerg
