09-12-2024

Herzlich Wilkommen!
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herzlich Wilkommen!

Slide 1 - Diapositive

Inhalt
Hausaufgaben kontrollieren (D12-D14)
Modalverben üben!

Slide 2 - Diapositive

Hausaufgaben
  • D12-D14
  • Kijk goed na!

Slide 3 - Diapositive

LessonUp klas aanmaken
  • Kijk in Magister voor de link naar de klas voor LessonUp
  • Klascode: PSZEK
  • Open de les voor vandaag

Slide 4 - Diapositive

Modalverben - üben!
  • Open de les van vandaag in LessonUp
  • Je gaat zelfstandig aan het werk in LessonUp
  • Het wordt huiswerk
  • Probeer minimaal 60% goed te scoren bij de laatste invuloefeningen. Zit je nog onder de 60% dan krijg je extra oefenmateriaal.

Slide 5 - Diapositive

Lernziele
  • Je kent de modale werkwoorden in het Duits
  • Je kunt ze vertalen
  • Je kunt ze op de juiste manier toepassen
  • Je kunt ze op de juiste manier vervoegen

Slide 6 - Diapositive

Modalverben / modale werkwoorden

Welke waren het ook al weer?

Slide 7 - Diapositive

De modale werkwoorden (8)

Slide 8 - Question ouverte

Hé? Geen modaal werkwoord?
Welk werkwoord uit het rijtje, is eigenlijk geen modaal werkwoord?

Hint: Hij wordt wel als een modaal ww vervoegd, maar is er geen...

Slide 9 - Diapositive

Welk werkwoord uit het rijtje, is eigenlijk geen modaal werkwoord?

Slide 10 - Question ouverte

De betekenis
Wat waren toch ook al weer de vertalingen van de modale werkwoorden?

Slide 11 - Diapositive

Vertaal: dürfen

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal: können

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: mögen

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: müssen

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: sollen

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal: wollen

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal: möchten

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal: wissen

Slide 19 - Question ouverte

Dat gaat al goed...
Maar, er staan 2 verschillende vertalingen van het werkwoord ''moeten'' in! Hoe zit dat dan?

Daar komt het...

Slide 20 - Diapositive


"Sollen" wordt gebruikt om aan te geven dat iets zou moeten gebeuren, dat het gewenst of geadviseerd is, maar het is niet strikt verplicht. Het drukt een morele verplichting, een aanbeveling of een wens uit. Het suggereert dat iets zou moeten plaatsvinden op basis van verwachtingen, normen, regels of advies.


"Müssen" wordt gebruikt om aan te geven dat iets absoluut noodzakelijk is of een strikte verplichting heeft. Het drukt een dwingende noodzaak, verantwoordelijkheid of een onvermijdelijkheid uit. Het geeft aan dat er geen keuze is en dat iets moet gebeuren vanwege externe factoren of interne vereisten.

Slide 21 - Diapositive

Probeer het maar eens!

Slide 22 - Diapositive

(moeten) Jeder Mensch _______ essen um zu leben.

Slide 23 - Question ouverte

(moeten) Was ________ wir jetzt tun?

Slide 24 - Question ouverte

(moeten) Was _______ ich ihr schenken?

Slide 25 - Question ouverte

(moeten) Es kann nicht anders sein, es ________ so passiert sein.

Slide 26 - Question ouverte

Het modale werkwoord möchten

Pas op bij het modale werkwoord ''möchten''!
Bij het vervoegen krijgen verschillende vormen een extra -e-!
Dat gaan we even testen...

Slide 27 - Diapositive

Wat is de juiste vorm?
(zou graag willen) Ich _______ ein Eis, bitte
A
mochte
B
möcht
C
möchte
D
mocht

Slide 28 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
(zou graag willen) _____ du ein Eis?
A
möchtest
B
möchtst
C
mochtest
D
mochtst

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste vorm?
(zou graag willen) ______ ihr ein Eis?
A
mochtt
B
möchtt
C
möcht
D
möchtet

Slide 30 - Quiz

Dat ging nog wel hè?
Anders is het toch wel een beetje lastig om uit te spreken

Slide 31 - Diapositive

Wat handige regeltjes
Met deze regeltjes wordt het leren een stukje makkelijker!

Slide 32 - Diapositive

Krijgen de modale werkwoorden een uitgang bij ich en er/sie/es?

Slide 33 - Question ouverte

Waar vindt een klinkerwisseling (Bij de meeste(!) modale ww) in de stam plaats?

Slide 34 - Question ouverte

Wat is een handig ezelsbruggetje om de werkwoorden te onthouden? (Je mag er ook zelf een bedenken)

Slide 35 - Question ouverte

Ken je de vervoegingen van de modale werkwoorden al?

  • Zo ja, ga dan verder met de volgende opdrachtjes
  • Zo nee, leer eerst 5 minuutjes de vervoegingen van de werkwoorden

Slide 36 - Diapositive

(moeten) Ihr _____ hier umsteigen

Slide 37 - Question ouverte

(mogen) ____ ich hier telefonieren?

Slide 38 - Question ouverte

(mogen) _____ wir Sie etwas fragen?

Slide 39 - Question ouverte

(willen) Sebastian _____ morgen zu mir kommen.

Slide 40 - Question ouverte

(kunnen) Jonas _____ morgen leider nicht kommen.

Slide 41 - Question ouverte

(weten) _____ du, wo der Bus nach Frohnau abfährt?

Slide 42 - Question ouverte

(moeten) Warum _____ du nachsitzen?

Slide 43 - Question ouverte

(kunnen) Warum ____ ihr nicht die S-Bahn nehmen?

Slide 44 - Question ouverte

(moeten) Warum ______ Sie den Bus nehmen?

Slide 45 - Question ouverte

(mogen) Wir _____ nicht aussteigen.

Slide 46 - Question ouverte

(mogen) Alina _____ morgen früher nach Hause gehen.

Slide 47 - Question ouverte

(houden van) Ich ____ keinen Kaffee.

Slide 48 - Question ouverte

(zou graag willen) Wir _____ Danke sagen!

Slide 49 - Question ouverte

Super!
Du bist fertig!

Slide 50 - Diapositive