Les 2 Stroom, Spanning en Weerstand
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Diapositive
Wat is het verschil tussen spanning en stroom?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Je sluit een elektrische regelklep met een weerstand van 55 ohm aan op een spanning van 36 V.
Hoe groot is de stroomsterkte door het apparaat?
Hoe groot is de stroomsterkte door het apparaat?
Slide 10 - Question ouverte
Op een batterij van 6 V sluiten we een lampje aan. door het lampje gaat een stroom van 0,2 A.
Hoe hoog is de weerstand?
Hoe hoog is de weerstand?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Welke bewering over de weerstand van een stroomdraad is juist?
A
De weerstand is omgekeerd evenredig met de doorsnede van de draad.
B
De weerstand is omgekeerd evenredig met de lengte van de draad.
C
De weerstand is onafhankelijk van de temperatuur.
D
De weerstand van alle metalen is gelijk.
