6.2 Stroomkringen

Nodig deze les:
boek+schrift+ laptop!
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nodig deze les:
boek+schrift+ laptop!

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen deze les:
Je kent de grootheden en eenheden bij elektriciteit
Je kan een schakelschema maken
Je kan het verband tussen spanning, weerstand en stroomsterkte toepassen

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis ophalen

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je van 
Spanning
Weerstand
Stroomsterkte

Slide 4 - Diapositive

Spanning
Spanning U: hoeveelheid elektrische energie die er door de stroomdraad gaat in V (Volt). 

grootheid spanning (U)  meten we in eenheid volt (V)

Spanning kunnen we meten met een voltmeter



Slide 5 - Diapositive

Nieuwe lesstof

Slide 6 - Diapositive

Weerstand
weerstand (een elektrisch apparaat): hoe moeilijk de elektronen erlangs kunnen
lage weerstand: elektronen kunnen er makkelijk langs
hoge weerstand: elektronen kunnen er moeilijk langs

grootheid weerstand R meten we in eenheid Ohm (Ω)

Slide 7 - Diapositive

Stroomsterkte
stroomsterkte: hoeveel elektronen er per seconde langs een bepaald punt komen.
grootheid stroomsterkte (I) meten we in de eenheid ampère (A)
1 (A) = 1000 (mA)

We meten stroom met een ampère meter (laat zien: hoe meer stroom hoe feller het lampje)

Slide 8 - Diapositive

Geleider en isolator
Wat is een geleider?
Wat is een isolator?

Slide 9 - Diapositive

Geleider en isolator
GELEIDER: is een stof waar een elektrische stof makkelijk doorheen gaat
bijvoorbeeld: metalen, water

ISOLATOR: is een stof waar een elektrische stroom niet of nauwelijks doorheen gaat.
bijvoorbeeld: hout, plastic, glas, lucht

Slide 10 - Diapositive

Hoe ziet een stroomkring eruit?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

PLUS naar MIN of andersom?
In de wetenschap heeft men ooit afgesproken dat stroom altijd van de pluspool naar de minpool loopt. Toentertijd wist men eigenlijk nog niet wat er zich in een stroomkring afspeelt. Nu weten we inmiddels dat elektriciteit veroorzaakt wordt door de elektronenstroom. Elektronen zijn negatief geladen atomen die worden aangetrokken door de pluspool. Men zegt dus nog steeds dat stroom van plus naar min loopt, maar de daadwerkelijke deeltjesstroom de elektronen stromen juist van min naar plus.

Slide 13 - Diapositive

Dus stroom van plus naar min loopt, 

maar de daadwerkelijke deeltjesstroom

de elektronen stromen juist van min naar plus.

Slide 14 - Diapositive

gesloten of open stroomkring
gesloten stroomkring: er loopt stroom (schakelaar is dicht)
open stroomkring: er loopt geen stroom (schakelaar is open)

Slide 15 - Diapositive

elektrische tekeningen
wereldwijd uniforme afspraken over elektrische tekeningen

Hier volgen enkele symbolen:

Slide 16 - Diapositive

led-lamp: stroom kan er alleen in de richting van de pijl doorheen

Slide 17 - Diapositive

schakelschema
Hoe ziet de schakelschema van een batterij met een lampje en een schakeling eruit?

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Zelf een stroomkring bouwen:
https://phet.colorado.edu/sims/html/circuit-construction-kit-dc/latest/circuit-construction-kit-dc_nl.html


Slide 20 - Diapositive

Experiment (15 minuten)
Batterijspanning U= 9.0 V  en een weerstand R (lampje) = 10 (Ω)
Noteer de stroomsterkte.

Verander de weerstand van 10 (Ω) in
 stappen van 5 (Ω) naar 50(Ω) en 
kijk wat er met de stroomsterkte én 
het lampje gebeurt.

spanning
weerstand
stroomsterkte
9
10
9
15
9
20

Slide 21 - Diapositive

Bereken voor elke meting: weerstand x stroomsterkte

Wat valt je op? 

Formule??
Hoe feller de lamp, hoe 


Slide 22 - Diapositive

Wet van Ohm:
spanning U = stroomsterkte I x weerstand R


Slide 23 - Diapositive

grotere weerstand:
Des te minder fel de lamp brand (er kunnen moeilijker elektronen doorheen)

Slide 24 - Diapositive

toepassen wet van Ohm
Er staat een spanning van 9 V over een lampje. Met een ampèremeter meet je een stroom van 4,5 ampère. Wat is de weerstand van het lampje?

Slide 25 - Diapositive

Er staat een spanning van 9 V over een lampje. Met een ampèremeter meet je een stroom van 4,5 ampère. Wat is de weerstand van het lampje?
Gegeven:
U=9 (V)
I = 4,5 (A)
Gevraagd: R van lampje
Formule: U = I x R (wet van Ohm)
Invullen: 9 = 4,5 x R  dus R = 2
Antwoord: de weerstand van het lampje is 2 (Ω)

Slide 26 - Diapositive

Oefenen met de lesstof
Tabel af maken in je schrift!
Maak opgaven 13 t/m 24
Leer paragraaf 6.1+6.2
Bestudeer paragraaf 6.3

Slide 27 - Diapositive

 Leerdoelen deze les:
  • Je kent de grootheden en eenheden bij elektriciteit
  • Je kan een schakelschema maken
  • Je kan het verband tussen spanning, weerstand en stroomsterkte toepassen
1 vinger= ik moet nog oefenen, 
2 vingers= ik ben er bijna, 
3 vingers= ik kan het.

Slide 28 - Diapositive