M&Z - werken bij gezinnen met een hulpvraag DEEL C+D

Werken bij gezinnen met een hulpvraag
Deel C+D
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Werken bij gezinnen met een hulpvraag
Deel C+D

Slide 1 - Diapositive

Welke werkzaamheden voer je uit als kraamverzorgende?
wel
niet
zwangere vrouwen begeleiden tijdens hun zwangerschap
kraamvrouw, baby en gezin helpen
assisteren tijdens thuisbevalling
echo's maken

Slide 2 - Question de remorquage

Vraag 1 [2 punten]  
Zijn de volgende uitspraken objectief of subjectief?   
Sleep de uitspraken in het juiste vakje.
.   
objectief
subjectief
1. Boerenkool met worst is lekker
2. Ellen heeft haar bord leeggegeten.
3. Nederland is een prettig land om in te wonen. 
4. Strijken is makkelijk.  
5. Tien min acht is twee.  

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van het inzepen bij een baby in bad doen?
A
Gezicht, oren, haren, borst, buik hals, nek, rug, armen, benen, billetjes, geslachtsorgaantjes
B
Eerst de voorkant, daarna de achterkant
C
Gezicht, haren, oren, hals, nek, armen, borst, buik, rug, benen, geslachtsorgaantjes, billetjes
D
Van boven naar beneden

Slide 4 - Quiz

Hoeveel graden moet het badwater van een babybadje zijn?

Slide 5 - Question ouverte

In welke volgorde verloopt de taalontwikkeling van baby's? Begin bij de fase die als eerst komt. 
Brabbelen 
Eénwoord-zinnen
Huilen
Imiteren
Volledige zinnetjes
1
2
3
4
5

Slide 6 - Question de remorquage

Als een baby begint te brabbelen ( taalontwikkeling) is dit onder van de...
A
Geestelijke ontwikkeling
B
Motorische ontwikkeling
C
sociale ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling

Slide 7 - Quiz

Een baby leert door imitatie....
Wat is imiteren/imitatie?
A
Nadoen
B
Voordoen
C
Grapjes maken
D
Veel praten

Slide 8 - Quiz

hoge bloeddruk

Slide 9 - Diapositive

Waar moet iemand met een hoge bloeddruk minder van binnen krijgen?
A
Gluten
B
Lactose
C
zout
D
Fruit

Slide 10 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'Zout'
A
Kalium
B
Natrium
C
Calorie
D
Koolhydraat

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Wat zijn peulvruchten?
A
Bonen
B
Bananen
C
Kokosnoten
D
Pinda's

Slide 13 - Quiz

Welk vak van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Groen
B
Blauw
C
Oranje
D
Paars

Slide 14 - Quiz

Schijf van 5
Brood  
Vruchtensap
Bakproduct
Koffie
Chips
Noten en zaden
Biscuitjes

Slide 15 - Question de remorquage

Welk van de onderstaande vakken is het grootst in de schijf van vijf?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Groente/fruit
D
Vocht

Slide 16 - Quiz

Van welk product heb je het
minste nodig uit de schijf van
vijf?
A
vetten
B
koolhydraten
C
eiwitten
D
vitamines

Slide 17 - Quiz

Paprika hoort in het vak met ...........
van de schijf van vijf
.
Wat hoort er op de puntjes?
A
brood, graanproducten en aardappelen
B
smeer-en bereidingsvetten
C
groenten en fruit
D
hoort niet in de schijf van vijf

Slide 18 - Quiz

In een gezonde maaltijd zitten.........
voedingsstoffen uit de schijf van vijf.
Wat hoort er op de puntjes?
A
veel
B
weinig
C
een beetje
D
geen

Slide 19 - Quiz

Vegetarisch Eten

Slide 20 - Diapositive

Noem 2 redenen om vegetarisch te eten?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Vidéo

Je moet een vegetarisch menu maken. Welke voedingsmiddel kun gebruiken?



A
Zalm
B
ei
C
gelatine
D
ansjovis

Slide 23 - Quiz

Soja is een goede vleesvervanger
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Wat hoeven vegetariërs niet binnen te krijgen als vleesvervanger
A
Noten
B
Gelatine
C
Planten
D
peulvruchten

Slide 25 - Quiz

Gezond?
Een goede vleesvervanger is een vegetarisch alternatief voor vlees en bevat dezelfde voedingsstoffen:
  • Eiwit
  • Ijzer
  • Vitamine B1 en/of B12

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Op het etiket van een vleesvervanger lees je:
Bakproduct uit zuivel met toegevoegd ijzer en vitamine B6.
Is dit product geschikt voor veganisten?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Wie eet kaas?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 30 - Quiz

Wie eet aardappels
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 31 - Quiz

Wie eet een biefstuk?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 32 - Quiz

Wie draagt leren schoenen?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 33 - Quiz

Wie eet een broodje gerookte zalm
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 34 - Quiz

Wie eet gekruide kippenvleugels?
A
Vegetariër
B
Veganist
C
Vegetariër en veganist wel
D
Vegetariër en veganist niet

Slide 35 - Quiz

Voedingsgewoonten=
Religie
Cultuur
Gezondheid
Geslacht
Persoonlijke smaak

Wat je gewend bent te eten en hoe je eet

Slide 36 - Diapositive

Kenmerken van de voeding van een moslim
A
Geen alcoholische dranken
B
Jaarlijks vasten (ramadan)
C
Vlees moet ritueel geslacht zijn
D
Geen varkensvlees

Slide 37 - Quiz

Koosjer eten
Koosjere voeding:
Voeding van religieuze joden 

  • Geen varkensvlees 
  • Bepaalde vis en vogelsoorten niet
  • Melk en melkgerechten niet in contact met vlees
  • Geen bloed van dieren in het gerecht
  • Geen gelatine

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Wat is het verschil tussen fijne en grove motoriek?

Slide 40 - Question ouverte

Wat is motoriek 
Wat is fijne en grove motoriek
fijn = klein
grof = groot

kleine bewegingen zoals knippen = fijne motoriek
grote bewegingen zoals rennen = grove motoriek

Slide 41 - Diapositive


Bij welke activiteiten maak je gebruik van de fijne motoriek en grove motoriek? Sleep de activiteiten die vallen onder fijne/grove motoriek naar de juiste vakken.


Fijne motoriek
Grove  motoriek
Appels schillen



Fotograferen
Handballen
Mountainbiken
Sms’en
Tanden poetsen
Hardlopen
Nagels knippen
Veters strikken

Slide 42 - Question de remorquage

Hoofdluis

Slide 43 - Diapositive

Als je luizen hebt moet je elke dag kammen met een.....
A
Luizenkam
B
Borstel
C
Puntkam
D
Grove kam

Slide 44 - Quiz

Het eitje van een hoofdluis heet een neet.



A
GOED
B
FOUT

Slide 45 - Quiz

Op de middelbare school hebben kinderen geen last meer van hoofdluis.
A
Ja
B
Nee

Slide 46 - Quiz

Waar of niet waar?

Van hoofdluis krijg je jeuk op je hoofd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Vidéo