gramm opdr 1, 4, 6, (SLR)

Grammatica blok 5
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica blok 5

Slide 1 - Diapositive

lesdoelen: 
Aan het einde van deze les:
- weet je of er WEL of GEEN LV in de zin staat.
- herhaal je het verdelen in zinsdelen
- herhaal je pv, wwg, ond 








Slide 2 - Diapositive

Zinsontleding: herhaling
1. Zoek de persoonsvorm
(zin vragend maken / tijdproef)
2. Zoek het wwg
(alle werkwoorden in de zin bij elkaar zetten)
3. zoek het onderwerp
(vraag: wie/wat + wwg)
4. Zoek het lijdend voorwerp
(vraag: wie/wat + wwg + onderwerp)

Slide 3 - Diapositive

een voorbeeld:
Mijn vader repareert vanmiddag mijn lekke band. 
PV = repareert
wwg = repareert
OND = (wie repareert?)  Mijn vader
LV = (wat repareert mijn vader?) mijn lekke band

Nu ga je zelf even oefenen.

Slide 4 - Diapositive

verdelen in zinsdelen
Mijn zus vertelt een grappig verhaal. 
PV = vertelt
WWG = vertelt
OND = (wie vertelt?) mijn zus
LV = (wat vertelt mijn zus?) een grappig verhaal
Zet streepjes tussen de zinsdelen :
Mijn zus / vertelt / een grappig verhaal. 

Slide 5 - Diapositive

WEL of GEEN LV?
Victor loopt twee uur.

PV = loopt
WWG = loopt
OND = (wie loopt?) Victor 
LV = (wat loopt Victor?)            ???

Slide 6 - Diapositive

WEL of GEEN LV?
Victor loopt twee uur.
LV = (wat loopt Victor?)            ???

Het zinsdeel 'twee uur' geeft antwoord op de vraag HOELANG ? Dat is niet de vraag die  je stelt als je het LV zoekt. 
Twee uur is dus geen lijdend voorwerp.

Slide 7 - Diapositive

Filmpje
In de volgende slide staat een filmpje
waarin nog een keer uitgelegd wordt wanneer er wel of geen lijdend voorwerp in de zin staat. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

WEL of GEEN LV?
Zinsdelen die hoeveelheden (maten, gewichten, afstanden)

 vb. een vierkante meter, honderd gram, 94 kilometer 

zijn NOOIT lijdend voorwerp.

-> dat gaan we nu oefenen



Slide 11 - Diapositive

Wat is het LV of is er geen?

Sean heeft vandaag een half uur geleerd.
A
Sean
B
een half uur
C
er is geen LV
D
geleerd

Slide 12 - Quiz

Wat is het LV of is er geen?

Leen je haar je rekenmachine?
A
Leen
B
je
C
er is geen LV
D
je rekenmachine

Slide 13 - Quiz

Wat is het LV of is er geen?

De winkelier pakt voor mij het cadeau in.
A
de winkelier
B
pakt in
C
er is geen LV
D
het cadeau

Slide 14 - Quiz

Wat is het LV of is er geen?

Onverwacht viel de stroom uit.
A
onverwacht
B
viel
C
er is geen LV
D
de stroom

Slide 15 - Quiz

Wat is het LV of is er geen?

Chantal eet elke dag een banaan
A
een banaan
B
eet
C
er is geen LV
D
elke dag

Slide 16 - Quiz

Wat is het LV of is er geen?

Hebben jullie tien kilometer gefietst?
A
hebben
B
jullie
C
er is geen LV
D
10 kilometer

Slide 17 - Quiz

In zinsdelen verdelen
Zijn de volgende zinnen juist in zinsdelen verdeeld?



Slide 18 - Diapositive

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
De jonge held | kreeg | een onderscheiding.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Is de zin juist verdeeld in zinsdelen?
Koala's | eten | geen | vlees.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Nu jij zelf!
Verdeel de zinnen in zinsdelen. 

Slide 21 - Diapositive

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

Stofzuig jij de huiskamer even ?

Slide 22 - Question ouverte

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De buren vermijden het contact met ons.

Slide 23 - Question ouverte

Typ de zin over en zet streepjes tussen de zinsdelen.

De kinderen hebben dorst.

Slide 24 - Question ouverte

SO ALERT!!
Noteer het SO  in je agenda. 
Het komt ook in Magister te staan. 

Leer: blz 213-220
Er is ook een leerblad

Huiswerk voor de volgende les op volgende slide!

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk
maak opdracht 1 , 4, 6, 7 
blz 213-216

Doe precies wat er staat. (Dus als er staat dat je de zin moet overschrijven, dan moet je dat ook doen.) 

Slide 26 - Diapositive

Heb je nog vragen ? Is er iets waar je extra uitleg over wil ?

Slide 27 - Question ouverte



Goed gewerkt vandaag! 

Slide 28 - Diapositive