(A) little / few / much / many / lots of / a lot of
Like and as
One and ones
Maandag 4-12
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Grammar: Like & As
Je gebruikt like als iets met elkaar vergeleken wordt. Vaak na werkwoorden die te maken hebben met zintuigen: to look, to sound, to taste, to smell, to feel.
She sounds like Celine Dion.
That cake tastes like marshmellows.
He looks like Kanye West.
Slide 12 - Diapositive
Grammar: Like & As
Je kan like ook gebruiken om iemand hun rol aan te geven. Like word dan vertaald als zoals of op dezelfde manier.
I work like a programmer. (De spreker is geen programmer maar werkt op dezelfde manier.)
I work as a programmer. (De spreker is daadwerkelijk een programmer.)
Slide 13 - Diapositive
Grammar: Like & As
Je gebruikt as om iemand hun rol aan te geven. Diegene is dat dan ook echt.
As your best friend, I advise against this. (De spreker is jouw beste vriend)
As kan ook in vergelijkingen gebruikt worden als signaalwoord.
She is as fast as a hare.
We often speak English, as we do during English class.
Slide 14 - Diapositive
Grammar: One / Ones
Je gebruik one waar je in het Nederlands "deze" / "die" zou gebruiken, dus om naar een eerder genoemd iets te verwijzen. Het meervoud is ones.
I lost my book, so I had to get a new one.
These new songs are so much nicer than the old ones on her previous album.
Slide 15 - Diapositive
Grammar: One / Ones
Je gebruikt one / ones om een zelfstandig naamwoord na which te vervangen.
I need a new camera. Whichone would you recommend?
I like these apps. Whichones are your favourites?
Je gebruikt one / ones om een zelfstandig naamwoord na this, that, these, those te vervangen.
Do you like podcasts? Yes, thisone is very interesting.
I usually don't like graphic novels, but theseones are incredible.