Ontdekken van Literaire Begrippen in Fictie Teksten

Leerdoel
Begrijpen en herkennen van literaire begrippen in fictieteksten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Begrijpen en herkennen van literaire begrippen in fictieteksten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over literaire begrippen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn literaire begrippen?
Belangrijke termen en concepten die gebruikt worden in literatuur, zoals thema, personages en symboliek.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Analyseren van personages
Personages zijn de personen of dieren in een verhaal. Leerlingen leren hoe ze personages kunnen analyseren op basis van hun eigenschappen en gedrag.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Identificeren van thema's
Het thema is de centrale boodschap of idee van een verhaal. Leerlingen leren hoe ze thema's kunnen herkennen en analyseren.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Analyseren van setting
De setting is de tijd en plaats waar een verhaal zich afspeelt. Leerlingen leren hoe de setting bijdraagt aan de sfeer en betekenis van een verhaal.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkenning van symboliek
Symboliek verwijst naar het gebruik van symbolen om diepere betekenissen over te brengen. Leerlingen leren symboliek te herkennen en te interpreteren in teksten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen met literaire begrippen
Leerlingen oefenen met het identificeren van literaire begrippen in een kort verhaal of passage.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
Leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd over literaire begrippen en delen hun inzichten met de klas.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.