Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
quiz 4 - spelling
Spellingquiz
Wat weet ik nog?
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Spellingquiz
Wat weet ik nog?
Slide 1 - Diapositive
Spelling op het eindexamen
5 punten van de 50-54 punten die je kan behalen
iedereen wordt gelijk beoordeeld
verdeling interpunctie, spelfouten en formuleringsfouten
Hoe te voorkomen?
zinnen/woorden overnemen uit de schrijfopdracht
woordenboek
korte zinnen maken (liefst zonder voegwoord)
woorden niet afbreken
Slide 2 - Diapositive
Veelgemaakte fouten
Hoofdletters (midden in woord of zin)
Hoofdletters in namen
Formeel taalgebruik (u - uw)
Naar
aanleiding van
Met
vriendelijke groet
Me/m'n - mijn
Afkortingen - alleen T.a.v.
Slide 3 - Diapositive
Welke spellingsregels vind je het moeilijkst?
Werkwoordspel-ling
Samenstel-lingen met tussenletters
Woorden met apostrof, trema, koppelteken
Hoofdletters en leestekens
Aan elkaar of los?
Slide 4 - Sondage
Er ........... een klacht ingediend.
A
werd
B
werdt
C
werden
Slide 5 - Quiz
Er ........... een klacht ingediend.
A
word
B
wordt
C
worden
Slide 6 - Quiz
op een dinsdag in maart zag alex een eik langs de rijn staan.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 7 - Quiz
Hij krabte / krabde eens flink aan zijn hoofd.
Slide 8 - Question ouverte
Vroeger besteden / besteedden we veel aandacht aan spelling.
Slide 9 - Question ouverte
Apostrof of niet?
A
cdtje
B
cd'tje
Slide 10 - Quiz
Apostrof of niet?
A
babys
B
baby's
Slide 11 - Quiz
Welke woorden met hoofdletter?
op een dinsdag in maart zag alex een eik langs de rijn staan.
Slide 12 - Question ouverte
mijn neven uit groningen zijn dol op fries suikerbrood van de lidl.
Hoeveel hoofdletters?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 13 - Quiz
Welke woorden met hoofdletter?
mijn neven uit groningen zijn dol op fries suikerbrood van de lidl.
Slide 14 - Question ouverte
Aan elkaar of los?
werkweek / werk week
A
aan elkaar
B
los
Slide 15 - Quiz
Aan elkaar of los?
lagescore / lage score
A
aan elkaar
B
los
Slide 16 - Quiz
Aan elkaar of los?
Ik heb het verslag ...
A
afgemaakt
B
af gemaakt
Slide 17 - Quiz
Aan elkaar of los?
Wat ligt ... de tafel?
A
erop
B
er op
Slide 18 - Quiz
Aan elkaar of los?
........... kom ik niet naar school!
A
Hiervoor
B
hier voor
Slide 19 - Quiz
Juist gespeld?
oorlogschip
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quiz
Juist gespeld?
Er is een ongeluk GEBEURD.
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quiz
Juist gespeld?
Een ongeluk GEBEURD snel.
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quiz
Juist gespeld?
Daar WORDT je niet gelukkig van.
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Juist gespeld?
Daar WORDT je manager boos om.
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
Waar hoort de komma?
Ga snel want de trein vertrekt zo.
A
want, de
B
snel, want
C
snel ,want
D
geen komma
Slide 25 - Quiz
Waar hoort de komma?
Luister goed en doe mij na.
A
goed, en
B
goed en,
C
goed ,en
D
geen komma
Slide 26 - Quiz
Wat is juist?
A
's morgens
B
s' morgens
C
s-morgens
D
s morgens
Slide 27 - Quiz
Wat is juist?
A
'S middags
B
's Middags
C
s-Middags
D
S middags
Slide 28 - Quiz
Maak een samenstelling van de woorden:
kwaliteit + controle
Slide 29 - Question ouverte
Maak een samenstelling van de woorden:
muis + val
Slide 30 - Question ouverte
Schrijf de samenstelling goed op:
stage + activiteit
Slide 31 - Question ouverte
Lativa begon te huilen als een ___, toen ze haar telefoon kwijt was.
A
klein kind
B
kleinkind
Slide 32 - Quiz
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 33 - Quiz
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 34 - Quiz
Hoe ging deze spellingsquiz?
Goed, ik had (bijna) alles goed
Ruim voldoende, ging wel prima
Voldoende, meer dan de helft goed
Matig, blijft punt van aandacht
Onvoldoende, ik moet nog flink oefenen
Slide 35 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
TL4: spellingquiz
Septembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
TL4: spellingquiz
Octobre 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 4
KT1: spellingquiz van alles wat
Décembre 2023
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
KT1: spellingquiz van alles wat
il y a 26 jours
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 1
3mavo - spellingquiz
Avril 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4 mavo - spelling in schrijfopdracht examen
Avril 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Herhalen Spelling H4-6
Juin 2023
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
P2 Spelling les 8
Décembre 2020
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1