Diagnostische toets H1, 4, 5 Grammatica zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Diagnostische toets - Grammatica zinsdelen, samengestelde zinnen en zinsdeelzinnen

Lees de vragen goed! Bij de open vragen moet je soms twee antwoorden geven! Er zijn in totaal 24 vragen.

Neem onderstaande zin over en zet een schuine streep tussen de zinsdelen (zorg dat er voor en na de schuine streep een spatie staat):

Tijdens het bezoek van de koningin aan Marken gaf een schattig, klein meisje haar met een grote glimlach een bos prachtige Hollandse tulpen.

Vanwege het hoge inkomen besloot Janiek een andere baan te nemen.

'een andere baan' is de zin hierboven:

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Tijdens het bezoekje van het inbrekersgilde sloeg de hond helaas niet aan.

Het werkwoordelijk gezegde in de zin hierboven is:

1. sloeg
2. sloeg niet
3. sloeg aan
4. sloeg niet aan

Vanmorgen heb ik de buurman een brood en een pak melk gegeven.

'de buurman' is in bovenstaande zin:

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Vanwege de enorme vraag naar mondkapjes kan het bedrijf deze niet meer op tijd leveren.

'vanwege de enorme vraag naar mondkapjes' is in bovenstaande zin:

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Het bedrijf kan de bestelling helaas niet op tijd leveren.

'de bestelling' is in bovenstaande zin:

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Ondanks de huidige crisis hebben we deze hele week toevallig niets besteld.

Wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in bovenstaande zin?

1. ondanks de huidige crisis, deze hele week
2. deze hele week, toevallig, niets
3. ondanks de huidige crisis, deze hele week, toevallig, niets
4. ondanks de huidige crisis, deze hele week, toevallig

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Wie vriendelijk is, wordt daarvoor beloond

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Jeroen wist niet of hij dit jaar wel bij de selectie zou komen.

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Omdat we thuis werken, krijgen we een diagnostische toets!

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Zij wil niet mee naar de Efteling, want ze geeft niets om pretparken

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Wat is de structuur van deze samengestelde zin:

Wat je niet snapt, kun je vragen aan je docent.

1. hz + hz
2. hz + bz
3. bz + hz

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Het brood was op, aangezien mensen massaal hebben gehamsterd.

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Wij zouden best naar de bioscoop willen gaan, maar nu huren we online een filmpje.

Geef aan wat het voegwoord is in onderstaande zin EN of er sprake is van een neven- of onderschikking.

Terwijl ik zit te wachten op antwoord, maak ik nog een lesje.

In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.

Aan wie het horen wil, vertelt zij over haar overwinning met scrabble.

In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.

Ik kan je niet vertellen of alle online lessen allemaal zijn gelukt.

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Wie niet horen wil, moet maar voelen.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Toen de auto moest uitwijken, reed deze tegen een boom aan.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Ik wist echt niet dat hij gisteren jarig was.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Ik had mijn pyjama nog aan, toen ik per ongeluk de camera aanzette.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

De bezorger gaf het pakket af aan wie op dat moment de deur opendeed.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Mijn ouders hebben een heel gaaf spel besteld, omdat we dit weekend met z'n allen thuis zijn.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

In onderstaande zinnen staat een bijzin. Wat is de functie van die bijzin?

Dat jij met je snotneus thuisblijft, vind ik niet meer dan normaal op dit moment.

1. onderwerpszin
2. lijdendvoorwerpszin
3. meewerkendvoorwerps-zin
4. bijwoordelijkbepalingszin/ bijwoordelijke bijzin

Einde toets

Ik ga deze oefentoets voor je nakijken!

Je mag lekker gaan lezen. Heb je geen boek bij je, kies dan een leestekst uit bij de docent.