Saying NO and Questions in the past

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Hallo!

Welcome!

What are we going to do today?

- Saying NO in the past

- Asking questions in the past

What can I use it for?

I am not at school today

He doesn't like to cook

Were you at school today?

Does he not like to cook?

Saying NO in the past

How do I do it? (to be)

Wanneer er een vorm van 'to be' in de zin staat dan kan je not achter de vorm van 'to be' plakken.

Zeg dat het NIET zo is
I am at the hospital

Zeg dat het NIET zo is
The dogs are at doggy daycare

Zeg dat het NIET zo is
She is at the football match today

How do I do it? (do/does/did)

Wanneer er een ander werkwoord dan 'to be' in de zin staat, moet je do/does/did toevoegen.

Wanneer gebruik ik do, wanneer does en wanneer did?

Examples

She likes to cook

She doesn't like to cook

I like to cook

I don't like to cook

We liked to cook

We didn't like to cook

Zeg dat het NIET zo is
I dance in the rain

Zeg dat het NIET zo is
She walks to school

Zeg dat het NIET zo is
It rained all day

Asking questions in the past (vraagwoorden)

What happened yesterday?

Who was at the door?

Vraagwoord + WW in de verleden tijd + rest van de zin

Asking questions in the past ('to be': was/were)

I was at school yesterday / We were at school yesterday

Was I at school yesterday? / Were we at school yesterday?

Was/were + Persoonsvorm + Rest van de zin

Asking questions in the past (did)

Wanneer er geen vorm van 'to be' (was/were) in de zin staat moet je did gebruiken. Dit gaat als volgt

Did + Persoonsvorm + hele werkwoord + rest van de zin

ASSIGNMENT 31

PRACTICE TIME!

You will make assignment 30 to 33 in File 1: HELP!

This is your homework for tomorrow