Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
- je weet wat een betoog is
- je weet hoe je een betoog moet houden (vorm, opbouw)
Met een betoog wil je het publiek overtuigen van jouw mening in een vorm van een standpunt
Je onderbouwt je mening met argumenten. Deze argumenten ondersteun je met uitleg of voorbeelden
Je betoog wordt sterker als je ook tegenargumenten weerlegt
In het slot vat je de argumenten kort samen en herhaal je je standpunt
De regering moet de scholen gesloten houden.
- maak een afweging tussen de argumenten voor en tegen
- herhaal je standpunt
- Reden of argument: namelijk, immers, want, omdat
- Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, zodat, als gevolg van
- Tegenstelling: maar, toch, echter, enerzijds, daarentegen
- Samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden
- Conclusie: dus, concluderend, samengevat
cookieTextcookieStatement