Betoog

Betoog

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Betoog

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel

- je weet wat een betoog is

- je weet hoe je een betoog moet houden (vorm, opbouw)

Slide 2 - Diapositive

In een betoog probeert de schrijver je te overtuigen van zijn gelijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Betoog:

Met een betoog wil je het publiek overtuigen van jouw mening in een vorm van een standpunt

Je onderbouwt je mening met argumenten. Deze argumenten ondersteun je met uitleg en voorbeelden

Je betoog wordt sterker als je ook tegenargumenten weerlegt

In het slot vat je de argumenten kort samen en herhaal je je standpunt

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld stelling:


Op scholen moet het dragen van een uniform verplicht worden


Slide 5 - Diapositive

Noem minimaal 2 argumenten voor:

Slide 6 - Diapositive

Noem minimaal een argument tegen:

Slide 7 - Diapositive

Argumenten tegen verwerpen:

Slide 8 - Diapositive

Conclusie:

- herhaal kort de argumenten en je standpunt

- sluit af met een pakkende zin

Slide 9 - Diapositive

Maak gebruik van signaalwoorden:

- Reden of argument: namelijk, immers, want, omdat

- Oorzaak-gevolg: doordat, daardoor, zodat, als gevolg van

- Tegenstelling: maar, toch, echter, enerzijds, daarentegen

- Samenvatting: kortom, al met al, met andere woorden

- Conclusie: dus, concluderend, samengevat

Slide 10 - Diapositive

Lesdoel behaald?

- Je weet wat een betoog is

- Je weet hoe je een betoog moet houden

Slide 11 - Diapositive