H3 De agenda

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

AGENDA

Heb je hoofdstuk 3 doorgelezen?

1. Ja
2. Nee

Noem twee dingen (inhoudelijk!) die je zijn bijgebleven van de vorige les.

Ben je wel eens bij een vergadering geweest?
(zo ja, omschrijf je ervaring/de setting)

Bekijk de begrippen op blz. 5 en 6.
Voor het project Caesuur vergaderen jullie ook.
Onder welk soort vergadering zou je dit thuisbrengen?
Noem twee argumenten.

Er zijn vier verslagsoorten.
Noem er twee.

Welk antwoord is correct?

1. Een woordelijk verslag is hetzelfde als een uitvoerig verslag
2. De notulist zelf neemt in principe geen deel aan de vergadering
3. Een kernverslag bevat geen namen, een beknopt verslag wel
4. Alle antwoorden zijn correct.

Een notulist heeft bepaalde rechten,
zoals het krijgen van een samenvatting
en conclusie na elk vergaderpunt.

1. Waar
2. Niet waar

Op bladzijde 9 bekijken we alle rechten.

Een vergadering heeft vaste agenda-punten. Waarom zou dat zo zijn?

Vaste agendapunten

- Opening                                ( 1. Opening om 19.45)

- Mededelingen en ingekomen stukken 

- Verslag van de vorige vergadering (/goedkeuring notulen)

[- Wisselende agendapunten]

- Wat er verder ter tafel komt  

- Rondvraag

- Sluiting

Herken je deze structuur in jouw vergaderervaringen?

1. Ja
2. Nee

Kun je de vergaderingen bij het Caesuur-project ook deze structuur geven?

 

•  Maak een opzet voor jouw volgende Caesuur-vergadering.
  

De wisselende agendapunten kunnen ook
vaste agendapunten worden.
Verwerk vier vaste agendapunten in jouw opzet.

Je hebt een opzet voor de volgende vergadering gemaakt.

Geef elk agendapunt een doel.

Wat begrijp je nog niet helemaal?