Les 2.6 Voedselbederf

2.6 Voedselbederf
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.6 Voedselbederf

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 2.4
Uitleg basisstof 2.5
Verwerking basisstof 2.5
Evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Welke zijn allemaal gezonde voeding

A
water, fruit, groente, frisdrank en pizza
B
water, ei, melk, brood, fruit, groente en groente pizza
C
water, peer, mayo, appel, banaan en perzik
D
aardappels, broccoli, kipfilet, water, ei en kalkoen

Slide 3 - Quiz

Eén van de vijf adviezen voor gezonde voeding is..... (uit oranje)
A
veel groente en fruit
B
zachte en vloeibare vetten
C
meer plantaardig minder vlees
D
Vooral volkoren

Slide 4 - Quiz

Vitamines zijn belangrijk bij gezonde voeding.
ze dienen met name als?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof

Slide 5 - Quiz

Wat is obesitas?
A
Ondergewicht
B
Eetstoornis
C
Ernstig overgewicht
D
Overgewicht

Slide 6 - Quiz

Gezonde voeding...
A
bevat vooral eiwitten
B
is vooral gevarieerd
C
bevat vooral granen
D
bevat geen vet

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  •  Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan

Slide 8 - Diapositive

Voedselbederf
Bacteriën en schimmels zijn de opruimers in de natuur. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is voedselvergiftiging?


Vaak zie/ruik je dat het voedsel niet goed is, maar niet altijd. 

Koorts en rillingen
Besmet voedsel
Buikpijn
Diarree
Misselijk, overgeven

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Salmonella
  • Vaker op rauwe dierlijke producten
  • De bacteriën kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen, vooral bij temperaturen tussen 20 en 30 °C

Slide 12 - Diapositive

Conserveren

Slide 13 - Diapositive

Opdracht
conserveren = voedsel behandelen waardoor het langer houdbaar blijft.

Bedenk met je buurman/buurvrouw zoveel mogelijk dingen wat je met voedsel kunt doen om ervoor te zorgen dat je voedsel niet bederft. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Invriezen
  • Temperatuur te laag voor bacteriën en schimmels om zich voort te kunnen planten.
  • Bacteriën en schimmels zijn niet dood, en gaan zich weer voortplanten na het ontdooien. 

Slide 17 - Diapositive

Pasteuriseren
Verhitten tot 72 oC
Sommige bacteriën overleven wel, dus in de koelkast!

Slide 18 - Diapositive

Steriliseren
Verhitten tot 130/140 oC of meer



Slide 19 - Diapositive

Vacuüm verpakken

Bacteriën en schimmels kunnen zich niet voortplanten door de afwezigheid van zuurstof. 

Slide 20 - Diapositive

Gasverpakken
- Geen lucht in de verpakking, maar een mengsel van zuurstof, stikstof en koolstofdioxide. 
 

Slide 21 - Diapositive

Drogen
Het water wordt uit de voedingsmiddelen gehaald. 

Zonder water kunnen bacteriën en schimmels zich niet voortplanten. 

Slide 22 - Diapositive

Conserveermiddelen toevoegen: suiker, zout, zuur, stikstof of sulfiet
Doorstralen: radioactieve stralen

Slide 23 - Diapositive

Additieven
Kleurstoffen
Geurstoffen
Smaakstoffen

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Aan het werk
Maak van basisstof 2.6
Opdracht 
1 t/m 5




Slide 26 - Diapositive

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 27 - Quiz

Conserveringsmiddelen vind je vaak terug op de verpakking als een...
A
E-nummer
B
B-nummer
C
C-nummer
D
A-nummer

Slide 28 - Quiz

Hoe kan je voedselbederf herkennen?
A
ruiken
B
smaak
C
uiterlijk
D
als je er ziek van wordt

Slide 29 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 30 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 31 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 32 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo