Je weet welke menselijke activiteiten van invloed zijn op natuur en milieu in de verschillende landschapszones.
Je kunt uitleggen welke landschapszones gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.
Je kunt uitleggen welke landschapzones minder gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Lesdoelen
Je weet welke menselijke activiteiten van invloed zijn op natuur en milieu in de verschillende landschapszones.
Je kunt uitleggen welke landschapszones gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.
Je kunt uitleggen welke landschapzones minder gevoelig zijn voor landdegradatie en waarom.
Slide 1 - Diapositive
Lees
3.4 Landdegradatie t/m stukje bij 'Bodemerosie'.
Slide 2 - Diapositive
Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?
Slide 3 - Diapositive
Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?
Slide 4 - Diapositive
Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?
Slide 5 - Diapositive
Gevoelig voor landdegradatie?
Waarom wel of waarom niet?
Slide 6 - Diapositive
Landdegradatie
Afname kwaliteit van de bodem
door:
versnelde bodemerosie
verzilting
verdroging
verwoestijning
ontstaan door verkeerd beheer door de mens
Slide 7 - Diapositive
Lezen en verwerken
paragraaf 3.4
opgave 1 en 2
Slide 8 - Diapositive
www.volkskrant.nl
Slide 9 - Lien
Slide 10 - Diapositive
Opgave 2:
a. In welke landschapszone komt bijna geen degradatie voor?
b. In welke landschapszone komt verwoestijning vooral voor?
c. 3 sociaal-geografische verklaringen voor verwoestijning.
Slide 11 - Diapositive
groot deel gevoelig voor landdegradatie
Bewoonbaarheid natuurlijke zones
Slide 12 - Diapositive
Ontbossing
Slide 13 - Diapositive
opg 3: Hoe leidt verkeerde vorm van irrigatie tot verzilting?
Slide 14 - Diapositive
irrigatie - landbouw
Slide 15 - Diapositive
natuurbranden
bosbrand
Slide 16 - Diapositive
3c. verklaar hoge droogte-index rond keerkringen
neerslag - verdamping = nuttige neerslag
De drooge-index geeft aan hoe hoog de nuttige neerslag is.
1: neerslag = verdamping
20 : de zonne energie kan 20 maal de neerslag verdampen.
Slide 17 - Diapositive
Overbeweiding
Bodemerosie
Slide 18 - Diapositive
Sahel
kwetsbaar door overbeweiding en verwoestijning
Slide 19 - Diapositive
- neerslag onbetrouwbaar
- snelle bevolkingsgroei> meer voedsel>
overbeweiding> verwoestijning
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Vidéo
Geulerosie
Stromend water kan voor erosie zorgen. Wanneer dit stromende water leidt tot geulen in de bodem (zie afbeeldingen) spreken we van geulerosie. De bodem raakt hierdoor vaak ernstig en blijvend beschadigd. Bomen hebben geen bodem meer om in te wortelen, waardoor ook de overgebleven bodem weg kan spoelen.
Erosie is slijtage van het oppervlak door (bewegend) water, wind of ijs. Hierbij kan de (vruchtbare) bodemlaag dus weggesleten worden en is het voor planten en bomen een stuk moeilijker om weer te groeien. Dit noemen we bodemerosie. Als er eenmaal sprake is van erosie kan het landschap zich dus een stuk moeilijker herstellen.
Slide 22 - Diapositive
Overstromingen door ontbossing
Slide 23 - Diapositive
Permafrost
Permafrost smelt veel sneller dan verwacht door klimaatopwarming.
De permafrostgrens komt steeds noordelijker te liggen. Dit kan op mondiale schaal de temperatuurstijging versterken.
Verklaar!
Slide 24 - Diapositive
Waarom toendra in zomer drassig?
de gesmolten sneeuw kan in de zomer niet wegzakken door permafrost en weinig verdamping
Slide 25 - Diapositive
Positieve terugkoppeling
Ontdooide permafrost gebieden zijn een bron van methaan (CH4)
Methaan is gevoelig voor warmte.
meer warmte is dus meer methaan
Meer methaan is een sterker broeikaseffect.
Dit noemen we een positieve terugkoppeling
Slide 26 - Diapositive
Klimaatverandering
aride zone: kwetsbare vegetatie, gevoelig voor landdegradatie
vochtige zones: gevoelig voor versnelde bodemerosie