Extra les: stijlfiguren

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Geen stijlfiguur
D
Herhaling
1 / 38
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Geen stijlfiguur
D
Herhaling

Slide 1 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wij blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.
A
Onomatopee
B
Eufemisme
C
Tautologie
D
Understatement

Slide 2 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc." Zegt de docent met een glimlach.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Understatement

Slide 3 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Ironie
D
Onomatopee

Slide 4 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
De bal rolt goed over het groene gras.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 5 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij brak mijn hart toen hij het uit maakte.
A
Sarcasme
B
Ironie
C
Hyperbool
D
Herhaling

Slide 6 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 7 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wat fijn dat je mijn telefoon hebt laten vallen." zegt het meisje boos.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Herhaling

Slide 8 - Quiz

Hoe heet het stijlfiguur waarbij je geluiden in woorden opschrijft?
A
Anamatapee
B
Onematopee
C
Animatiepee
D
Onomatopee

Slide 9 - Quiz

De stijlfiguren van vandaag
Tegenstelling
Opsomming
Climax
Anti-climax

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Herhaling

Slide 12 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wij blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.
A
Onomatopee
B
Eufemisme
C
Tautologie
D
Understatement

Slide 13 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc." Zegt de docent met een glimlach.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Understatement

Slide 14 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Ironie
D
Onomatopee

Slide 15 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
De bal rolt goed over het groene gras.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 16 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij brak mijn hart toen hij het uit maakte.
A
Sarcasme
B
Ironie
C
Hyperbool
D
Herhaling

Slide 17 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 18 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wat fijn dat je mijn telefoon hebt laten vallen." zegt het meisje boos.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Herhaling

Slide 19 - Quiz

Hoe heet het stijlfiguur waarbij je geluiden in woorden opschrijft?
A
Anamatapee
B
Onematopee
C
Animatiepee
D
Onomatopee

Slide 20 - Quiz

De stijlfiguren van vandaag
Tegenstelling
Opsomming
Climax
Anti-climax

Slide 21 - Diapositive

0

Slide 22 - Vidéo

Tegenstelling

Een tegenstelling is heel simpel. Het zijn de dingen die het tegenovergestelde zijn.

Groot - klein

Dik - dun

Lang - kort

etcetera

Slide 23 - Diapositive

Opsomming

Een opsomming, of enumeratie, zijn dingen die bij elkaar horen en in een bepaalde volgorde opgeschreven worden.

Deze herken je aan:

Dots of aandachtsstreepjes

Komma's

en soms aan een dubbele punt voorafgaand aan de opsomming

Slide 24 - Diapositive

Een voorbeeld

De docent heeft graag dat er rustig, stil en met aandacht gewerkt wordt.


De leerlingen willen:

- Meer vrije tijd

- Minder school

- Geen huiswerk

Slide 25 - Diapositive

Climax
Anti-climax

Slide 26 - Diapositive

Climax


Een climax bouwt op naar een hoogtepunt:


groot, groter, grootst

rijk, rijker, rijkst

3, 2, 1,... KaBOOOM!

Anti-climax


Een ant-climax bouwt op naar een hoogtepunt, maar heeft een teleurstellende afloop.


Groot, groter, nog groter, klein

3, 2, 1,... plof


Slide 27 - Diapositive

0

Slide 28 - Vidéo

Opdracht

Bedenk met de vier stijlfiguren van vandaag voorbeelden.


Welke stijlfiguren zitten er in de voorbeelden verborgen?

Slide 29 - Diapositive

Slot

Bekijk nog eens alle stijlfiguren en stel vragen aan je docent als je die nog hebt.



Slide 30 - Diapositive

Tegenstelling

Een tegenstelling is heel simpel. Het zijn de dingen die het tegenovergestelde zijn.

Groot - klein

Dik - dun

Lang - kort

etcetera

Slide 31 - Diapositive

Opsomming

Een opsomming, of enumeratie, zijn dingen die bij elkaar horen en in een bepaalde volgorde opgeschreven worden.

Deze herken je aan:

Dots of aandachtsstreepjes

Komma's

en soms aan een dubbele punt voorafgaand aan de opsomming

Slide 32 - Diapositive

Een voorbeeld

De docent heeft graag dat er rustig, stil en met aandacht gewerkt wordt.


De leerlingen willen:

- Meer vrije tijd

- Minder school

- Geen huiswerk

Slide 33 - Diapositive

Climax
Anti-climax

Slide 34 - Diapositive

Climax


Een climax bouwt op naar een hoogtepunt:


groot, groter, grootst

rijk, rijker, rijkst

3, 2, 1,... KaBOOOM!

Anti-climax


Een ant-climax bouwt op naar een hoogtepunt, maar heeft een teleurstellende afloop.


Groot, groter, nog groter, klein

3, 2, 1,... plof


Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Opdracht

Bedenk met de vier stijlfiguren van vandaag voorbeelden.


Welke stijlfiguren zitten er in de voorbeelden verborgen?

Slide 37 - Diapositive

Slot

Bekijk nog eens alle stijlfiguren en stel vragen aan je docent als je die nog hebt.



Slide 38 - Diapositive