2hv Ch.1 gramm.D passé composé

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat is de passé composé?
A
De tegenwoordige tijd (ik dans)
B
De verleden tijd (ik danste)
C
De voltooide tegenwoordige tijd (ik heb gedanst)
D
De voltooide verleden tijd (ik had gedanst)

Slide 1 - Quiz

De passé composé...
A
bestaat uit een volt.dw.
B
bestaat uit een hulpww en een volt.dw.
C
bestaat uit een hulpww.

Slide 2 - Quiz

jullie hebben gekocht (acheter)
- passé composé
A
vous avez achetez
B
vous achetez
C
vous avez acheté
D
nous avons acheté

Slide 3 - Quiz

Je/J' _____ ________ (passer) mes vacances en Italie.
A
passe
B
ai passe
C
ai passé
D
ai passer

Slide 4 - Quiz

Nous ______ _________ (visiter) Rouen en Normandie.
A
avons visitons
B
avons visiter
C
avons visité
D
a visitons

Slide 5 - Quiz

Tu ................. ................ (manger) un croissant. [passé composé]
A
as mangé
B
as manges
C
as manger
D
vas manger

Slide 6 - Quiz

passé composé:
Je/J' ........... ................. (parler) français.

Slide 7 - Question ouverte

passé composé
Nous .............. ................. (chanter) une chanson.

Slide 8 - Question ouverte

Passé composé
Tu ......... ................ (manger) une pizza?

Slide 9 - Question ouverte

Passé composé
4. Vous ............. ..................... (aimer) le collège?

Slide 10 - Question ouverte

Passé composé
5. Marc et Eline .......... ................... (adorer) le film.

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal: Zij heeft geluisterd (écouter)

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal: Zij (m) hebben bezocht

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal: Zij (m) hebben Parijs bezocht.

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal: Mijn ouders hebben gepraat

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal: Mijn ouders hebben Frans gepraat.

Slide 16 - Question ouverte

Deze les ...
A
heb ik alles goed kunnen volgen
B
vond ik een beetje moeilijk
C
heb ik bijna alles begrepen
D
vond ik heel moeilijk

Slide 17 - Quiz