HA2c - Monday 11 Sept. - unit 1.2: present simple vs pres. cont

Welcome!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welcome!

Slide 1 - Diapositive

Planning:
  • Grab your reading book (five minutes)
  • Homework check!
  • Grammar: present simple of present continuous
  • do : ex. 1, 2, 3, 4 (unit 1.2)
  • Homework  -> do ex. 1,2,3,4 (unit 1.2) &   leren words blok 1 t/m 6
  • Blooket
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

What do we call this tense?

Slide 4 - Carte mentale

Present Simple!

Slide 5 - Diapositive

De present simple gebruik je bij handelingen die je altijd doet of regelmatig doet (of juist nooit doet) of iets wat een feit is. Vaak staan er ook worden zoals "always, never, every day."
Bevestigende zin:
He likes school.      They always go to the gym.

Ontkennende  zin:
He doesn't like school.               They never go to the gym.
 
Vraagzin:       Does he like school?

Slide 6 - Diapositive

Mick always......to school.
A
is walking
B
walks

Slide 7 - Quiz

Pleun to songs every day.
A
listens
B
is listening
C
listen

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

What do we call this tense?

Slide 10 - Carte mentale

Souleyman.....to teacher right now.
A
is listening
B
listens
C
listen

Slide 11 - Quiz

Elin and Josje.......a film at the moment.
A
is watching
B
watches
C
watch
D
are watching

Slide 12 - Quiz

Present continuous!

Slide 13 - Diapositive

Present continuous gebruik je bij handelingen waar je op dit MOMENT mee bezig bent. Je bent het "aan het doen" Denk aan woorden zoals "right now, now, at the moment."

He is walking to school.

He isn't walking to school.

Is he walking to school?

Slide 14 - Diapositive

LET OP!

Om irritatie aan te geven gebruik je WEL de present continuous bij het woord ALWAYS.
Bijvoorbeeld:

My little brother is always crying during the night.

Slide 15 - Diapositive

Wat ga je doen?ex. 1,2,3,4 (unit 1.2)
Hoe ga je het doen? alleen
Tijd dat je ervoor krijgt? 10-15min.
wie kan je helpen? docent
Klaar -> leren voor SO
timer
1:00

Slide 16 - Diapositive