Methodiek B-K1-W2 Lesweek 12 en 13 Rapporteren

Basis methodisch werken
Rapporteren
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Basis methodisch werken
Rapporteren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Wat is rapporteren
  2. Functie van rapporteren
  3. Wijze van rapporteren 

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij rapporteren

Slide 3 - Question ouverte

Wat is Rapporteren
= Het schriftelijk of mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen

Slide 4 - Diapositive

Functie Rapporteren
  • Informeren
  • evalueren
  • informele informatie uitwisselen
  • advies geven
  • dingen verantwoorden
  • continuïteit in zorg en begeleiding bieden
  • signaleren
  • afspraken vastleggen 

Slide 5 - Diapositive

schriftelijk & mondeling
Schriftelijk
Mondeling
Informatie makkelijk indelen
Lezen wanneer het uitkomt
Herlezen om beter te begrijpen
Rapportage is controleerbaar
Informatie gaat niet verloren
Terugverwijzen naar wat is afgesproken of gezegd


Minder tijdrovend
Lichaamstaal is ondersteunend
Kan meteen
Je weet zeker dat de ander de info heeft gekregen
Je weet hoe het overkomt en kunt corrigeren

Slide 6 - Diapositive

Rapportagevormen
  • overdracht
  • dagboek/ heen- en weerschrift
  • voortgangsverslag
  • observatieverslag
  • voorgestructureerde formulieren
  • dossier
  • Doelrapportage
  • dagrapportage
  • jaarrapportage
  • medische rapportage
  •  

Slide 7 - Diapositive

Aandachtspunten
  • Bedenk: voor wie ga ik rapporteren? wie kan het lezen?
  • Bedenk of wat je op wilt schrijven echt van belang is voor de begeleiding van de cliënt.
  • Houd je aan de afspraken over wat en hoe gerapporteerd wordt.
  • Schrijf leesbaar en met correct taalgebruik.
  • Rapporteer objectief en specifiek 

Slide 8 - Diapositive

Aandachtspunten 2
  • Maak onderscheid tussen je observaties en interpretaties
  • Vermijd subjectieve woorden (weer, steeds, altijd, nogal, voortdurend, behoorlijk).
  • Houd het overzichtelijk.

Slide 9 - Diapositive

Gevaren van Rapportage
  • Gegevensvervuiling (verouderd, overbodig, niet meer correct)
  • Gebruiksvervuiling (te veel gedeeld)
  • Ondoorzichtigheid (geen zicht op wie heeft welke gegevens/toegang) 

Slide 10 - Diapositive

Privacy
AVG = Algemene Verordening Gegevensbescherming
  •  Regelt hoe instellingen 
  • om moeten gaan met persoonsgegevens, 
  • wat er allemaal wel en niet mee mag gebeuren

(= ter bescherming van de privacy)
        

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 1 
Rapporteren 



Kijk naar het volgende filmpje. (Yes we can clinic aflevering 1 minuut 38.55) 

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 1 Rapporteren
Geeft je rapportage aan een mede student.
Student geeft feedback op de volgende punten.

  • Is het leesbaar?
  • Is de taal correct gebruikt? (onderstreep taalfouten)
  • Is het overzichtelijk?
  • Is het relevant?
  • Is het duidelijk? Of mis je nog informatie?
  • Is het objectief? (Onderstreep meningen/interpretaties)

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2 Mondelinge rapportage
  • Maak tweetallen
  • Klasgenoot A vertelt over een bijzondere gebeurtenis afgelopen week. Hij of zij mag alleen maar luisteren en eventueel doorvragen. Er wordt niks opgeschreven/opgenomen.
  • Draai de rollen om.
  • Klasgenoot B vertelt over een bijzondere gebeurtenis afgelopen week. Hij of zij mag alleen maar luisteren en eventueel doorvragen. Er wordt niks opgeschreven/opgenomen.
  • Klassikale nabespreking: A vertelt over de gebeurtenis van B. Als A klaar is mag B eventueel aanvullen. Zo vertelt iedereen over de gebeurtenis van de ander. 

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 4 Thieme
Thieme Methodiek: 
Rapporteren.
Maak de opdrachten 
1 a 
2 a b
3
4 a b c 

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is GEEN functie van rapporteren
A
Informeren
B
Signaleren
C
verantwoorden
D
dossier vulling

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN aandachtspunt bij rapporteren.
A
Voor wie je het rapporteert
B
Hoe je rapporteert
C
Of je altijd rapporteert
D
Of je objectief bent

Slide 18 - Quiz

Noem een rapportagevorm

Slide 19 - Question ouverte

TIPS & TOPS

Slide 20 - Diapositive