Mens en Zorg

Voorbereiden op examen Mens en Zorg
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voorbereiden op examen Mens en Zorg

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Leerdoel mens en zorg
P/ZW/4.1:
1. de hulpbehoefte van een klant signaleren en dit rapporteren
2. de hulpbehoefte van een klant achterhalen en handelen onder-steunende handelingen verrichten bij het zorg verlenen aan de klant. 
 3. begrip en respect tonen voor gevoelens en wensen van de klant
 4. verzorgende activiteiten uitvoeren en daarbij rekening houden met de privacy van de klant
 5. de klant stimuleren tot zelfredzaamheid


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel Mens en Zorg 
P/ZW/4.2: 
1. de hulpbehoefte van een klant signaleren en dit rapporteren
ondersteunen bij het bewegen en verplaatsen. 
3.begrip tonen voor gevoelens en wensen van de klant
4. beweeg-, til- en verplaatsingstechnieken gebruiken.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel Mens en Zorg
P/ZW/4.3: 
1. een inschatting maken van de ernst van de verwonding en afwegen: zelf handelen of hulp zoeken
eenvoudige EHBO-technieken toepassen 
2. handelen bij lichte verwondingen, letsel aan het bewegingsapparaat, verslikken en stikken, bloedneus en splinter

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel Mens en Zorg
P/ZW/4.4: 
1. informatie geven en ondersteunen over vaak voorkomende ziekten en ziekteverschijnselen 
2. een inschatting maken van de ernst van de ziekte en het eigen handelen daarop aanpassen
3. toezien op juist medicatiegebruik
4. handelingen uitvoeren volgens voorschrift arts en recept

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel Mens en Zorg
P/ZW/ 4.5 
1. systemen van ICT en technologie volgens instructie gebruiken
2. toepassingen van ICT en technologie in de hulpverlening benoemen, adviseren en gebruiken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
2 groepen 
Toetsen theoretische kennis:
middels lessonup
Praktisch oefenen
in een rollenspel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Wat hoort bij wat? 
Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectief
Subjectief
timer
0:30
Bloeddruk
Waarnemingen
Weegschaal
Vooroordelen
Individuele gevoelens
Feiten
Mooi
Urineproductie

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor
'inlevingsvermogen' is
A
empathie
B
antipathie
C
sympathie
D
ironie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent ergonomie?
A
Tillen
B
goed door de knieën zaken tijdens het tillen
C
verstandig met je lichaam omgaan tijdens je werk, zodat je gezond blijft
D
goed bukken bij het tillen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke activiteit zal geschikt zijn voor iemand die de ziekte van Parkinson heeft?
A
judo
B
spinning
C
fit-/zitgym
D
aerobics

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk doel van de dagbesteding is een doel voor ouderen, maar geen doel voor volwassenen?
A
Contacten opdoen
B
Verminderen van eenzaamheid
C
Opvang bieden
D
Structuur in de dag brengen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goede manier van rapporteren
Zo moet je niet rapporteren
Mevrouw moest vandaag vijf keer naar de toilet (normaal gaat zij twee keer per dag). 
Mevrouw moest vandaag vaak naar de toilet. 
Mevrouw gaat één keer per maand bij haar familie op bezoek. 
Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe.
Mevrouw gaf aan niet deel te willen nemen aan de activiteiten deze week. Mevrouw vergat vanmorgen naar de dagverzorging te gaan. Mevrouw heeft moeite met haar urineretentie.
Mevrouw is depressief. Mevrouw is dement. Mevrouw is incontinent. 
Verpleeghuisarts Veenstra zal hier vanmiddag naar kijken en indien nodig contact opnemen met huisarts De Koning.
De arts zal hier vanmiddag naar kijken.
De dochter van mevrouw is de afspraak vergeten. Omdat zij vaker afspraken vergeet, zal ik contact met haar hierover opnemen. 
De dochter van mevrouw is nou al voor de vierde keer haar afspraak vergeten. Dat is heel irritant.

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan de dagbesteding aanbieden om de fijne motoriek te stimuleren?
A
breien
B
dansen
C
quiz
D
wandelen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dagbesteding is belangrijk omdat .....
A
de oudere dan zelfredzaam wordt
B
de oudere dan medicijnen krijgt
C
de mantelzorger dan ontlast wordt
D
de oudere dan verzorgd kan worden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent decubitus?
A
beschadiging van de huid
B
rode plek
C
dunne huid
D
doorligplekken, ontstaan door langdurige druk op hetzelfde punt v.d huid.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er als je incontinent bent?
A
Je moet overgeven
B
Je verliest urine en/of ontlasting
C
Je komt niet van dit continent ( Europa)
D
Je hebt een eetprobleem

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Obesitas
A
overgewicht
B
mollig zijn
C
ondergewicht
D
gewicht en lengte kloppen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn de volgende aandoeningen ouderdomsziekten?

geen ouderdomsziekten
ouderdomsziekten
artrose
diabetes 1
obstibatie
osteoporose

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan kun je de ziekte van Parkinson herkennen
A
Aan wondjes die slecht genezen
B
Aan ontstoken gewrichten
C
Aan het beven van de handen
D
Aan een scheeftrekkend gezicht

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mn Janssen weet vaak niet meer waar hij is of welke dag het is. Hij heeft moeite met aankleden. Hij heeft waarschijnlijk.....
A
Beroerte
B
dementie
C
Epilepsie
D
ziekte van Parkinson

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor CVA
A
Hartinfarct
B
Beroerte
C
Longontsteking
D
Ziekte van Parkinson

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voordeel van E-Health is onder andere
A
Patiënten kunnen zelf een stukje zorg overnemen
B
De zorg kan gegeven worden aan mensen die dit zelf kunnen
C
De zorgverlener krijgt meer inzicht en informatie
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een voordeel van E-Health is onder andere
A
Patiënten kunnen zelf een stukje zorg overnemen
B
De zorg kan gegeven worden aan mensen die dit zelf kunnen
C
De zorgverlener krijgt meer inzicht en informatie
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent BMI?
A
Body Mass Index
B
Body Method Index
C
Body Mass Intention
D
Body Method Intention

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bereken je de BMI
A
zoek op in een schema
B
gewicht delen door lengte x lengte
C
lengte delen door gewicht x gewicht

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Iemand met obesitas heeft een BMI
A
tussen 30 en 35
B
tussen 20 en 25
C
tussen 15 en 20
D
tussen 10 en 15

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent ergonomie?
A
Tillen
B
goed door de knieën zaken tijdens het tillen
C
verstandig met je lichaam omgaan tijdens je werk, zodat je gezond blijft
D
goed bukken bij het tillen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het doel van ergonomie is om zoveel mogelijk ...................... klachten te voorkomen
A
psychische
B
lichamelijke
C
geestelijke
D
sociale

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jij wilt Sarina zo goed mogelijk helpen. om te weten welke hulp ze nodig heeft, kijk jij in .......


A
het zorgdossier
B
de regels en richtlijnen
C
het protocol

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In het zorgdossier van meneer Berendsen is gerapporteerd dat meneer een sta-op-stoel in de woonkamer heeft staan. Ook beschikt hij over een rollator.
Minke werkt als helpende. Ze komt voor het eerst bij meneer Berendsen thuis en moet meneer Berendsen uit de sta-op-stoel in bed helpen.

Wat moet Minke als eerste doen?

A
het zorgdossier van meneer Berendsen lezen
B
Meneer Berendsen de rollator aangeven
C
Meneer Berendse ondersteunen bij het opstaan uit de stoel
D
Meneer Berendsen vertellen hoe ze hem gaat helpen

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar heeft dit mee te maken?
A
hygiëne
B
privacy
C
ergonomie
D
beroepsvaardighede

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is zorgtechnologie belangrijk?
A
Zo kan de zorgvrager langer zelfstandig blijven wonen.
B
Zo blijft de zorg betaalbaar.
C
A en B zijn beide juist.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat hier een TGT of THT op?
A
TGT
B
THT

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat hier een TGT of THT op?
A
TGT
B
THT

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet hier een TGT of THT op staan?
A
TGT
B
THT

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat op dit product een TGT of THT?
A
TGT
B
THT

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In rauw vlees kan een bacterie zitten die erg veel voorkomt. Je kunt er voedselinfectie van krijgen. Hoe heet deze bacterie?
A
influenzabacterie
B
MRSA-bacterie
C
salmonellabacterie
D
streptokokbacterie

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes is....
A
Een ander woord voor overgewicht. Je hebt dat te weinig spieren en teveel vetmassa
B
Ook wel suikerziekte genoemd. Lichaam maakt dan TE VEEL insuline aan.
C
Een orgaan dat insuline aanmaakt. Het heet ook wel de alvleesklier
D
Wordt ook wel suikerziekte genoemd. Lichaam maakt te weinig of geen insuline aan.

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hart en vaatziekten is een verzamelnaam, wat hoort er niet bij?
A
Hartinfarct
B
CVA
C
Cholesterol
D
Kanker

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je levensstijl bepaalt of jij een hoog risico loopt om hart- en vaatziekten te krijgen. Ook je eetgedrag hoort hierbij.Welke eetgewoonten verhogen het risico op hart- en vaatziekten?
A
veel groenten eten
B
veel dierlijke vetten eten
C
veel plantaardige vetten eten
D
veel fruit eten

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgtechnologie
A
techniek die wordt ingezet om de kwaliteit te verzwaren
B
techniek die wordt ingezet om de kwaliteit te verbeteren
C
techniek alleen voor jongeren in de zorg
D
techniek alleen voor ouderen in de zorg

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is E-health?
A
het gebruik van met name internet om de gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen en te verbeteren
B
Het gebruik van met namen computers om de zorg bij een patiënt makkelijker te maken
C
Het gebruik van met name zorgmedewerkers om de psychische behoefte van de patiënt de ondersteunen
D
Het gebruik van met namen internet om de verantwoordelijk van de gezondheid bij de patiënt te laten

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ADL?
A
Algemeen Dagelijkse Lichaamsverzorging
B
Algemeen Dagelijkse levensverrichtingen
C
Activiteiten Dagelijks Leven
D
Algemeen Dagelijkse Leefactiviteiten

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een ADL hulpmiddel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 47 - Quiz

Dit helpt je met de alledaagse verrichtingen
Wat is een juist voorbeeld van een ADL hulpmiddel?
A
aangepast bestek
B
handdoek
C
knopenhaak
D
wasmand

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In voedsel kunnen micro-organismen zitten die giftige stoffen aanmaken. Wat kun je krijgen als je die op eet?
A
Voedselallergie
B
Voedselinfectie
C
Voedselintolerantie
D
Voedselvergiftiging

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Langzaam ontstaan over langere tijd 
Plotseling ontstaan 
Chronische blessure
Acute blessure 

Slide 50 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennis
Je hebt jouw kennis getoetst.
Waaraan moet je nog extra aandacht besteden? 

Slide 51 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

succes!
Als je vragen hebt, kun je daarmee nog terecht tot en met vrijdag!

Slide 52 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions