Ontwikkelingspsychologie

Ontwikkelingspsychologie
Wat is ontwikkelingspsychologie?
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
MZMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ontwikkelingspsychologie
Wat is ontwikkelingspsychologie?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag?
-Herhalen vorige week
-Thema 2.1 afronden
-Opdrachten zelfstandig maken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ontwikkelingspsychologie?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De 8 ontwikkelingsfasen
Baby (0-18 maanden)
 Peuter (18 maanden-4 jaar)
 Kleuter (4-6 jaar)
 Schoolkind (6-12 jaar)
 Puber (12-17 jaar)
 Adolescent (17-25 jaar)
 Volwassene (25-67 jaar)
 Oudere mens (67 jaar en ouder)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is gerontospychologie?
A
Kinderpsychologie
B
Ouderenpsychologie
C
Volwassenenpsychologie
D
Algemene psychologie

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontwikkelen mensen zich?
Vooruitgang - Achteruitgang

3 processen:
Groeiproces
Leerproces
Rijpingsproces (geen invloed)

Slide 9 - Diapositive

lichamelijk
cognitief 
ergens aan toe zijn. 
Ontwikkelingstaken?
Wat bekent dat?

Slide 10 - Diapositive

binnen de fase moet een kind stappen/taken maken om een fase verder te komen. 
Aspecten van ontwikkeling

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Factoren
Intern

Extern

Zelfbepaling

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Factoren die je ontwikkeling bepalen
Interne factoren: Aanleg, erfelijk materiaal wat je meekrijgt van je ouders (aangeboren vermogens)
 
Externe Factoren: Je omgeving en leven onder bepaalde omstandigheden zijn bepalend voor je ontwikkeling. (milieu, onderwijs, arm/rijk, ingrijpende levensgebeurtenissen, tijd waarin je opgroeit)

Zelfbepaling: Hoe ouder een kind is, hoe groter zijn vermogen kan worden om richting te geven aan zijn eigen ontwikkeling

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorwaarden voor ontwikkeling?

Slide 14 - Carte mentale

Veilig en vertrouwd (Harlow,1958)
Verbaal en non- verbaal contact
Stimulerende omgeving (positief, zelfvertrouwen)
Zelf onderzoeken
Spelen
Bewegingsvrijheid
Veiligheid en grenzen
Zou je (gelukkig) oud willen worden?

Slide 15 - Carte mentale

1. Zelfaanvaarding
2. Positieve relaties
3. Autonomie, zelfstandigheid
4. Invloed hebben op de omgeving. 
5. Levensdoel
6. persoonlijke groei
Opdrachten
Opdracht 1,2,3,4,5,7b maken alleen of in tweetallen. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions