Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
SCHRIJVEN 3
Instructieve teksten
Slide 1 - Diapositive
De uitleg in deze Lessonup hoort bij:
Schrijven
2.2 instructieve teksten
Slide 2 - Diapositive
Wat leer je vandaag?
Je leert welke instructieve teksten er zijn;
Je leert hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Waar denk je aan bij een instructieve tekst?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Zelf een instructie schrijven
Slide 7 - Diapositive
Zelf een instructie schrijven
Slide 8 - Diapositive
De noodzaak van een duidelijke instructie!
Slide 9 - Diapositive
Als je de tweede zin in deze instructie letterlijk neemt, gaat er waarschijnlijk iets mis. Bedenk een zin die je in plaats van deze zin kunt gebruiken in een instructie.
Slide 10 - Question ouverte
Het toetsenbord moet via bluetooth worden aangesloten op de tablet.
Sluit het toetsenbord op de tablet aan via bluetooth.
Door actieve zinnen te gebruiken, worden je instructies duidelijker, beknopter en directer.
Welke instructiezin is beter?
Slide 11 - Diapositive
Maak met actieve zinnen een instructie:
U wordt gevraagd geen loshangende kleding, handschoenen, sieraden en geen losse haren te dragen bij het gebruiken van de kolomboor.
Slide 12 - Question ouverte
Check voor jezelf:
Je weet nu welke instructieve teksten er zijn;
Je weet nu hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.