SCHRIJVEN 3 (3F) / instructieve teksten

SCHRIJVEN 3

Instructieve teksten
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

SCHRIJVEN 3

Instructieve teksten

Slide 1 - Diapositive



De uitleg in deze Lessonup hoort bij:

Schrijven
2.2 instructieve teksten

Slide 2 - Diapositive

Wat leer je vandaag?
  • Je leert welke instructieve teksten er zijn;
  • Je leert hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Waar denk je aan bij een instructieve tekst?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Zelf een instructie schrijven

Slide 7 - Diapositive

Zelf een instructie schrijven

Slide 8 - Diapositive

Wat is hier de instructie?
A
Wees alert in het verkeer
B
Pas op in het verkeer voor kinderen
C
Pas op in het verkeer voor kinderen die op weg zijn van of naar school
D
Dit is geen instructie, maar een mededeling

Slide 9 - Quiz

De noodzaak van een duidelijke instructie!

Slide 10 - Diapositive

Als je de tweede zin in deze instructie letterlijk neemt, gaat er waarschijnlijk iets mis. Bedenk een zin die je in plaats van deze zin kunt gebruiken in een instructie.

Slide 11 - Question ouverte

  • Het toetsenbord moet via bluetooth worden aangesloten op de tablet.
  • Sluit het toetsenbord op de tablet aan via bluetooth.
              
Door actieve zinnen te gebruiken, worden je instructies duidelijker, beknopter en directer.


Welke instructiezin is beter?

Slide 12 - Diapositive

Maak met actieve zinnen een instructie:

U wordt gevraagd geen loshangende kleding, handschoenen, sieraden en geen losse haren te dragen bij het gebruiken van de kolomboor.

Slide 13 - Question ouverte

Check voor jezelf:

  • Je weet nu welke instructieve teksten er zijn;
  • Je weet nu hoe je op een duidelijke manier een instructie schrijft.

Slide 14 - Diapositive

NU Nederlands 3e editie:

  • Opdrachten in NU Nederlands:

SCHRIJVEN / paragraaf 2.2:
Opdracht 1 t/m 4







Slide 15 - Diapositive