Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordvolgorde
beginnen
1 / 21
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Nederlands
WO
Studiejaar 6
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
beginnen
Slide 1 - Carte mentale
missen
Slide 2 - Carte mentale
Welke zin heeft de juiste volgorde?
A
Morgen ik ga naar Amsterdam.
B
Ik ga morgen naar Amsterdam.
C
Naar Amsterdam ik ga morgen.
Slide 3 - Quiz
Hoofdzin met inversie
*Morgen ik ga naar Amsterdam.
*Naar Amsterdam ik ga morgen.
De zin begint niet met het subject (onderwerp), dus inversie
Morgen ga ik naar Amsterdam.
Blz. 41 De Opmaat
Slide 4 - Diapositive
Welk adjectief is onjuist?
A
een Chinese winkel
B
een Italiaanse restaurant
C
een Engels ontbijt
D
een Indonesisch eiland
Slide 5 - Quiz
definiet / indefiniet
de-woorden indefiniet
met
e
het-woorden indefiniet
zonder
e
de winkel / een
Chinese
winkel
het restaurant / een
Italiaans
restaurant
het ontbijt / een
Engels
ontbijt
het eiland / een
Indonesisch
eiland
Blz. 59 De Opmaat
Blz. 41 De Opmaat
Slide 6 - Diapositive
Welk adjectief is juist?
A
een Turkse bakker
B
een Turks kleermaker
C
een Turkse huis
D
een Turkse gerecht
Slide 7 - Quiz
definiet / indefiniet
de-woorden indefiniet
met
e
het-woorden indefiniet
zonder
e
de bakker / een
Turkse
winkel
de kleermaker / een
Turks
restaurant
het huis / een
Turks
huis
het gerecht / een
Turks
gerecht
Blz. 41 De Opmaat
Slide 8 - Diapositive
Welke zin is juist?
(volgorde)
A
Ik kan niet komen omdat ik ben ziek.
B
We gaan naar de stad want we een cadeautje moeten kopen.
C
Ik bel mijn broer want hij is jarig.
D
Ik bel mijn broer omdat hij is jarig.
Slide 9 - Quiz
want en omdat
want + hoofdzin
Ik kan niet komen
want
ik ben ziek.
omdat + bijzin
Ik kan niet komen
omdat
ik ziek ben.
Blz. 79 De Opmaat
Slide 10 - Diapositive
Schrijf drie zinnen,
begin met omdat..., want... en als...
Slide 11 - Question ouverte
Welk werkwoord is regelmatig (zwak)?
A
zijn
B
bellen
C
helpen
D
kiezen
Slide 12 - Quiz
Welk werkwoord is onregelmatig (sterk)?
A
slopen
B
leren
C
schenken
D
werken
Slide 13 - Quiz
comparatief en superlatief van stil
Slide 14 - Question ouverte
comparatief en superlatief van lief
Slide 15 - Question ouverte
Wat is juist?
De stoel...
A
Dit stoel is geel.
B
Dat stoel is groen.
C
Hij is mooi.
D
Ik wil haar kopen.
Slide 16 - Quiz
Verwijzen naar dingen
De opmaat blz. 64 / 124 / 125
Slide 17 - Diapositive
Wt is de indirecte reden van 'Willem zegt: Mijn enkel is dikker'
A
Willem zegt dat zijn enkel is dikker
B
Willem zegt dat zijn enkel dikker is.
Slide 18 - Quiz
Indirecte rede
De Opmaat blz. 144
Slide 19 - Diapositive
Wat is juist geschreven?
A
Er gebeurt veel in de stad.
B
Er is veel gebeurd in de stad.
C
Er heeft veel gebeurt in de stad.
D
Er heeft veel gebeurd in de stad.
Slide 20 - Quiz
't sexy fokschaap
presens: stam + t
het
gebeurt
imperfectum + te of de
het
gebeurde
perfectum + auxiliair + d of t
het is
gebeurd
Blz. 166 De Opmaat
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Hoofdstuk 8 Nig
Avril 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 8 Nig
Mai 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 7 Nig
Octobre 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
WO
Studiejaar 1
Code+ H6 superlatief
Février 2024
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
ISK
vmbo t
Leerjaar 1
Week 4: Wat gaan we eten?
Février 2024
- Leçon avec
50 diapositives
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hoofdstuk 3 - In het café
Juin 2024
- Leçon avec
45 diapositives
NT2
WO
Studiejaar 6
Nia - Les 9 start H5
Février 2022
- Leçon avec
11 diapositives
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Les 11
Novembre 2019
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6