P1 Woordsoorten

P1 Woordsoorten
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

P1 Woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Ik kan de volgende woordsoorten toelichten en benoemen:
ZN/BN/LW/VZ/WW

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Lidwoord (LW)
Er zijn 3 lidwoorden: de, het en een

Let op bij het!!
Alleen als er een zelfstandig naamwoord bij staat, is het een lidwoord.
Het regent --> geen lidwoord.
Het rode kleedje ligt op de grond --> wel lidwoord.

Slide 4 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord (ZN)
Een zelfstandig naamwoord is een dier, mens, plant, ding en  gevoel
Voor een zelfstandig naamwoord kan je altijd een lidwoord  zetten.
Eigennamen zijn ook zelfstandig naamwoorden.
Jan, hond, pijn, brood enz.


Slide 5 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord (BN)
--> Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
 De GROTE jongen
Het SCHATTIGE kind

Slide 6 - Diapositive

Werkwoord (WW)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is ww.

In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Voorbeelden van werkwoorden: 

Lopen             Zijn
Fietsen           Leren
Rennen          Eten
Koken             Voetballen

Slide 7 - Diapositive

Voorzetsel (VZ)
 Voorzetsels zijn onder andere:






Welke voorzetsels zijn van plaats? En welke van tijd?


Slide 8 - Diapositive

Voorzetsels
  • Wat is een voorzetsel?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Maken
Maak in Studyflow de opdrachten van G2.

Slide 11 - Diapositive