LJ1 - unit 2.4 Vocabulary / LJ 2 - Unit 2.4 Grammar
Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel / Goals
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently
7.
Evaluatie / Evaluation
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1
Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Vak: Engels
Hoofdstuk: Unit 2
1.
Lesopening / Lesson opening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel / Goals
4.
Instructie / Instruction
5.
Begeleid inoefenen / Guided practice
6.
Zelfstandig werken / work independently
7.
Evaluatie / Evaluation
Slide 1 - Diapositive
1. Lesopening/lesson opening LJ1/LJ2
LJ1: Take your English book and open it on page 78. Make exercise 42 and 43.
Ready? Check the assignments. Than open the app Quizlet and practise the words of paragraph 2.3 and 2.4 or take the word search of lesson 2.3 or 2.4
LJ2: Take your English book and open it on page 138.
Slide 2 - Diapositive
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Opkomen voor jezelf:
- Vraag hulp over hoe je iets het beste kan aanpakken
- Vraag hulp aan de juiste persoon (iemand die je echt kan helpen)
Slide 3 - Diapositive
3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je zinnen schrijven met de past continuous
- kun je werkwoorden op de juiste manier schrijven in de past continuous.
Daarnaast krijg je een korte uitleg over de past simple van lesson 2, die jullie hebben gemist.
Slide 4 - Diapositive
4. Instructie
Past Simple (verleden tijd)
Wanneer moet je de past simple gebruiken?
Wat is de regel?
Uitzonderingen
Slide 5 - Diapositive
Wanneer gebruik je de Past Simple?
Als je over iets vertelt/schrijft
dat in het verleden gebeurd is.
Het is begonnen en gestopt in de verleden tijd.
Er staat een tijdsbepaling in van Verleden Tijd
(yesterday, this morning, three years ago, etc.).
Slide 6 - Diapositive
Past Simple
regelmatige werkwoorden
regular verbs
het hele werkwoord +ED
Past Simple
onregelmatige werkwoorden
irregular verbs
eigen vorm ( WB blz 138)
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
past simple of '(to) feel'(onreg.ww)
A
feeled
B
felt
C
fell
Slide 9 - Quiz
past simple of '(to) wash'
A
washed
B
washing
C
wash
D
washeed
Slide 10 - Quiz
past simple of ' (to) see' (onreg.ww)
A
seed
B
saw
C
seen
Slide 11 - Quiz
past simple of '(to) take' (onreg.ww)
A
taked
B
taken
C
took
D
takked
Slide 12 - Quiz
Past Simple van (to) try You ...... very hard.
A
try
B
tries
C
tried
D
tryed
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
(-)Maak een ontkennende zin van:
I visited my dad yesterday.
Zoek het werkwoord op............................................................
Kijk in welke tijd het staat........................................................
Zet het ww in de tegenwoordige tijd(regelmatige ww- haal -ed- weg/ onregelmatige ww kijk naar de eerste rij van het ww.)...................................
Zet did not voor het ww in de tegenwoordige tijd............
Slide 15 - Diapositive
Hoe maak je de past simple ontkennend?
A
ww+ed
B
did not + hele ww
C
hele ww
D
did not + ww+ed
Slide 16 - Quiz
Mark lost his key two days ago.
A
Mark did not lost his key two days ago.
B
Mark did not lose his key two days ago.
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
(?)Maak een vragende zin van:
I visited my dad yesterday.
Zoek het werkwoord op............................................................
Kijk in welke tijd het staat........................................................
Zet het ww in de tegenwoordige tijd(regelmatige ww- haal -ed- weg/ onregelmatige ww kijk naar de eerste rij van het ww.)...................................
Zet Did aan het begin van de zin en daarna gebruik jehet ww in de tegenwoordige tijd............
Slide 19 - Diapositive
He had a headache.
A
Did he had a headache?
B
Had he a headache?
C
Did he have a
headache?
D
Did he having a headache?
Slide 20 - Quiz
He jumped very far.
A
Did he jumped very far?
B
Jumped he very far?
C
Jump did he far very?
D
Did he jump very far?
Slide 21 - Quiz
4. Instructie
PAST CONTINUOUS
Wanneer moet je de past continuous gebruiken?
Wat is de regel?
Slide 22 - Diapositive
Wanneer gebruik je de
Past Continuous?
Als je over iets vertelt/schrijft
dat in het verleden bezig/aan de gang was.
Slide 23 - Diapositive
Wat is de regel?
Tip: kijk in elke zin naar de werkwoorden.
I was swimming at 8 o'clock last night.
We were studying in the library all day yesterday.
Peter was cleaning his room.
Slide 24 - Diapositive
was
were
I
you
we
they
she/he/it
Slide 25 - Question de remorquage
De regel van de
Past Continuous
was / were
ww+ing
Slide 26 - Diapositive
I .......... late last night. (work)
A
were working
B
was working
C
work
D
worked
Slide 27 - Quiz
We .......... in the ocean last week. (swim)
A
swimming
B
were swimming
C
was swimming
D
swam
Slide 28 - Quiz
You ........... TV al night. (watch)
A
were watching
B
was watching
C
watch
D
watched
Slide 29 - Quiz
5. Begeleid inoefenen
Slide 30 - Diapositive
6. Zelfstandig werken/work independently
Make Exercise 43 and 44 on page 77/78.
Ready?
Werkboek inleveren
After that you take the word search of lesson 2.3 or practise the words 2.3 on Quizlet.
timer
1:00
Slide 31 - Diapositive
7. Evaluatie/Evaluation
How was this lesson?
Do you have any questions about this lesson?
Homework on the next page.
Slide 32 - Diapositive
Homework
Homework LJ1: Homework LJ2:
Tuesday 7 december Tuesday 7 december
Unit 2.4 exercise 42 and 43 Unit 2.4 exercise 43 and 44