4.3 drugs

• Lb
• MBO
• Studiejaar 1

Middelengebruik

Burgerschap

Periode 4 les 3

Terugblik

Hoe was jullie vakantie?

Wat hebben we voor de vakantie gedaan? 

Afspraken

Laat elkaar in zijn/haar waarde (respect)

Je mag je eigen ervaring delen, dit hoeft niet.

Quiz

25 vragen over middelengebruik 

1. Het combineren van energiedrank met alcohol kan geen kwaad.

1. Waar
2. Niet waar

2. Hoe lang duurt het voordat het lichaam een glas alcohol heeft afgebroken?

1. Ongeveer 30 minuten
2. Ongeveer 1,5 uur
3. Ongeveer 3 uur
4. Ongeveer 10 uur

3. Wie of wat is Korsakov?

1. De ontdekker van wodka
2. Een drankje met een alcoholpercentage van bijna 50%
3. Hersenbeschadiging als gevolg van overmatig alcoholgebruik
4. Een cocktail

4. Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar drinkt weleens alcohol?

1. 50%
2. 65%
3. 80%
4. 95%

5. Een kater is een vorm van alcoholvergiftiging.

1. Waar
2. Niet waar

6. Vrouwen zijn gevoeliger voor alcohol omdat ze:

1. Minder alcohol drinken
2. Meer alcohol afbreken in de maag
3. In verhouding minder lichaamsvocht hebben

7. Hoeveel doden vallen er in Nederland jaarlijks in het verkeer door gebruik van alcohol?

1. 25-50
2. 50-75
3. 75-140
4. 140-200

8. Is het strafbaar om alcohol door te geven aan een minderjarige?

1. Ja, maar alleen voor de minderjarige
2. Ja, maar alleen voor de volwassene
3. Ja, zowel voor de minderjarige als de volwassene
4. Nee, dit is niet strafbaar

9. Het roken van hasj en wiet zorgt voor blijvende schade aan je geheugen

1. Waar
2. Niet waar

10. Gebruik van cannabis kan de kans op schizofrenie vergroten.

1. Waar
2. Niet waar

11. In hoeveel procent van de Nederlandse gemeenten is er ten minste één coffeeshop?

1. ± 25%
2. ± 50%
3. ± 75%
4. ± 90%

12. Tot hoe lang na gebruik is cannabis nog aantoonbaar in je urine als je vaak blowt?

1. 1-2 uur
2. 2-3 dagen
3. 1-3 weken
4. 2-4 maanden

13. Hoeveel procent van de mensen in Nederland van boven de 18 heeft ooit cannabis gebruikt?

1. 7%
2. 23%
3. 38%
4. 77%

14. Vroeger zat er echt cocaïne in coca-cola.

1. Waar
2. Niet waar

15. Hoe lang voelt de gebruiker ongeveer de effecten van één snuif cocaïne?

1. Een paar minuten
2. 30 minuten
3. 1-2 uur
4. 4-6 uur

16. Hoe lang duurt gemiddeld het effect van één XTC pil?

1. Minder dan 1 uur
2. 1 tot 2 uur
3. 4 tot 6 uur
4. 8 tot 10 uur

17. Hoeveel procent van de Nederlandse volwassen bevolking (18+) heeft ooit XTC gebruikt?

1. Minder dan 1%
2. Ongeveer 7%
3. Ongeveer 14%
4. Ongeveer 25%

18. GHB wordt gemaakt van gootsteenontstopper

1. Waar
2. Niet waar

19. Hoe wordt verreweg de meeste GHB gebruikt?

1. Het wordt gesnoven
2. Het wordt geslikt in pilvorm
3. Het wordt gespoten
4. Het wordt gedronken als vloeistof

20. Hoe kan je merken dat iemand GHB in je drankje heeft gedaan?

1. Dit kan je zien
2. Dit kan je ruiken
3. Dit kan je proeven
4. Het is onmogelijk om te zien, ruiken en/of proeven

21. Hoe lang werkt de nicotine uit 1 sigaret?

1. 10 minuten
2. 30 minuten
3. 60 minuten
4. 90 minuten

22. Wat is het belangrijkste verschil tussen vapen en traditioneel roken?

1. Vapen is een stuk gezonder
2. Vapen verbrandt geen tabak maar verwarmt vloeistoffen
3. Aan vapen kun je niet verslaafd raken

23. Mag je op dit moment 5 gram wiet bij je hebben?

1. Ja, dit mag
2. Nee, dit mag niet

24. Hoe lang na gebruik is speed nog in het lichaam aan te tonen?

1. 1-4 uur
2. 1-4 dagen
3. 1-4 weken
4. 1-4 maanden

25. Speed werd in de Tweede Wereldoorlog aan soldaten gegeven om hun prestaties te verhogen.

1. Waar
2. Niet waar

26. Welk risico brengen designer drugs vaak met zich mee?

1. Geen risico's, ze zijn veiliger dan reguliere drugs
2. Onbekende en potentieel gevaarlijke bijwerkingen
3. Ze zijn niet verslavend

27. Wat is snus?

1. Een soort kauwgom
2. Een tabaksproduct voor oraal gebruik
3. Een energiedrank
4. Een drug gemaakt van amfetamine

28. Bevat snus nicotine?

1. Ja
2. Nee
3. Af en toe

Zoals je in het filmpje kon zien, ontstaat een verslaving niet van het één op andere dag.
Er gaan verschillende stappen aan vooraf.
Preventiewerkers maken gebruik van het model 'stadia van gebruik'. 

Kennismaking

Experimenteren

Sociaal gebruik

Gewoonte gebruik

Problematisch gebruik

Verslaving

Weten dat het bestaat. Kinderen die zien dat ouders een wijntje drinken

Ontdekken. Uit nieuwsgierigheid of om erbij te horen

Incidenteel en alleen voor je plezier / ter ontspanning;

Je blijft altijd bewust van de risico's. 

Je gebruikt op matige en gecontroleerde wijze. Waardoor het geen effect heeft op andere belangrijke zaken.

Je gebruikt voor je plezier, maar wel bijvoorbeeld elk weekend. 

Het is voor jou dan eerder een gewoonte. 

Wanneer het gewoonte gebruik invloed heeft op andere zaken in je leven. Bijvoorbeeld: financiële problemen, je komt afspraken niet na, moeite met opstaan.

Je denkt voortduren aan het middel. Gebruiken is een manier geworden om met problemen om te gaan en stoppen lukt zelf niet meer.

Hulp inschakelen

Waar kun je terecht als je hulp wil voor je verslaving?

• Loopbaancentrum (school via je slb'er/docent)
• Tactus
• Huisarts

Volgende week

Maandag: vrij (tweede pinksterdag)