2AH -bron C - c.1 6e ed - 17/9

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Diapositive

Exercice
Zoek zoveel mogelijk woorden op in het Frans die te maken hebben met het weer.

Gebruik je woordenlijst als bron maar je mag ook online zoeken om je lijstje compleet te maken. 

Schrijf de gevonden 
woorden op in je schrift. Met de 
vertaling erbij!
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Mardi 17 septembre
1.  But                                (leerdoel)
2.  La météo                     (het weer)
3.  Phrases clés               (zinnen)
4. Exercice                        (opdracht)
5. Evaluation                   (leerdoel check)
But: ik kan een weerbericht begrijpen in het Frans en ik kan zelf vertellen over het weer. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Carte mentale

La météo
Havo p. 28 ex. 12
vwo p. 28 ex. 11c

Slide 5 - Diapositive

Phrases clés
Page 30

Slide 6 - Diapositive

Exercice
Écris sur tes vacances.

Schrijf over je vakantie. 
Vertel waar je naartoe bent geweest en met wie. 
Beschrijf ook het weer van je vakantie van 5 dagen. 
Le lundi....le mardi....le mercredi....
timer
10:00

Slide 7 - Diapositive

Exercice
Parle sur tes vacances avec ton voisin.
Stel elkaar vragen over je vakantie. Gebruik de vragen van de phrases clés op blz. 30.  Let op de uitspraak.
timer
2:30

Slide 8 - Diapositive

Evaluation
But:  Ik kan een weerbericht begrijpen in het Frans en ik kan zelf vertellen over het weer. 

1. À Nice il fait froid et il pleut. Il fait 15 degrés.

2. Hoe is het weer hier??

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive