werkwoordspelling 4 (vt/tt)

zet de goede vorm van het werkwoord in de zin. 

let op:
tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1Leerroute 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

zet de goede vorm van het werkwoord in de zin. 

let op:
tt = tegenwoordige tijd
vt = verleden tijd 

Slide 1 - Diapositive

Wij ____ gisteren allemaal hetzelfde
(dromen, vt)

Slide 2 - Question ouverte

Boris ___ toen over elfjes.
(dromen, vt)

Slide 3 - Question ouverte

De moeders ___ de kleding van hun kinderen.
(naaien, tt)

Slide 4 - Question ouverte

Vorige week____ ik op de komst van mijn tante.
(rekenen, vt)

Slide 5 - Question ouverte

____ jij graag?
(schaatsen, tt)

Slide 6 - Question ouverte

ik ___ graag met de lego.
(spelen, tt)

Slide 7 - Question ouverte

Toen ___ jij erg vaak.
(knuffelen, vt)

Slide 8 - Question ouverte

Morgen ___ ik al mijn oude schriften.
(bekijken, tt)

Slide 9 - Question ouverte

wij ___ vorige week de kaart op.
(vouwen, vt)

Slide 10 - Question ouverte

Pim en Sofie ____ over het nieuwe meisje.
(fluisteren, tt)

Slide 11 - Question ouverte

Lisa en Adam ___ gisteravond het stof van hun kleren.
vegen (vt)

Slide 12 - Question ouverte

De dieren ___ met hun baasjes
(knuffelen, vt)

Slide 13 - Question ouverte

Ik ____ gisteren dt mijn zus zou winnen.
(hopen, vt)

Slide 14 - Question ouverte

vorige week ___ jij de verf van je tafel.
(poetsen, vt)

Slide 15 - Question ouverte

Mijn ouders ____ gisteren de voortuin.
(bemesten, vt)

Slide 16 - Question ouverte

____ ik zo hard genoeg
(roeren, tt)

Slide 17 - Question ouverte

_____ jij wel eens iets online.
(bestellen, tt)

Slide 18 - Question ouverte

jij ____ vorige week in het boek.
(kleuren, vt)

Slide 19 - Question ouverte

Gisteren ____ ik een mooie blouse.
(bestellen, vt)

Slide 20 - Question ouverte

Afgelopen weekend ___ jij het vlees door elkaar.
(roeren, vt)

Slide 21 - Question ouverte