Plein M herhalen 2.1 en 2.2
1 / 23
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Welke rivier was in Nederland de grens van het Romeinse Rijk?
A
de Maas
B
de Waal
C
de Rijn
D
de Lek
Slide 3 - Quiz
Wat namen de Romeinen niet mee uit Zuid-Europa?
A
druiven
B
ananas
C
vijgen
D
perzik
Slide 4 - Quiz
Welke uitvinding is niet door de Romeinen gedaan?
A
aardewerk maken met een draaischijf
B
schrijven met een stylo
C
betalen met geld
D
hutten van leem
Slide 5 - Quiz
Hoe noemen we de inwoners van Rome en het Romeinse rijk?
A
Galliërs
B
Onderdanen
C
Germanen
D
Romeinen
Slide 6 - Quiz
Hoe noemen we de mensen waarover een vorst de baas is?
A
Galliërs
B
Onderdanen
C
Germanen
D
Romeinen
Slide 7 - Quiz
De Romeinen waren tolerant tegenover de overwonnen volkeren. Wat is een ander woord voor tolerant?
A
Geromaniseerd
B
Makkelijk
C
Respectvol
D
Verdraagzaam
Slide 8 - Quiz
Juist
Onjuist
Een deel van de grenzen van het Romeinse Rijk zijn natuurlijke grenzen.
De grens rond Rome noemden de Romeinen limes.
De Germanen woonden binnen het Romeinse rijk
De mensen in het Romeinse rijk waren onderdanen van de keizer.
Slide 9 - Question de remorquage
Juist
Onjuist
De Grieken leerden van de Romeinen hoe ze tempels moetsten bouwen
In de tijd van Grieken en Romeinen leefden Galliers binnen de grenzen van het rijk
De Oudheid is een ander woord voor de tijd van Grieken en Romeinen
De Oudheid is van 300 v.Chr. tot 500 na Chr.
Slide 10 - Question de remorquage
Wat is belasting betalen?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor bondgenootschap?
Slide 12 - Question ouverte
Wie is de baas bij de Romeinen?
A
Romein
B
Paus
C
Keizer
D
volk
Slide 13 - Quiz
Wat voor samenleving is het Romeinse volk:
............................. samenleving
............................. samenleving
Slide 14 - Question ouverte
Politiek wat is dit?
A
alles wat te maken heeft met het Jodendom
B
alles wat te maken heeft met het christendom
C
alles wat te maken heeft het besturen van een gebied
D
een gebied met een grens eromheen.
Slide 15 - Quiz
Wat is een rijk?
Slide 16 - Carte mentale
wat is een verdrag
A
afspraak
B
overeenkomst
C
geloof
D
volk
Slide 17 - Quiz
wat is een wet?
A
afspraak
B
regel waaraan mensen zich moeten houden
C
een gebedshuis
D
de bijbel
Slide 18 - Quiz
godsdienstvrijheid wat is dat?
A
Je mag niet zelf kiezen wat en hoe je geloofd
B
Je mag zelf weten wat je leest.
C
Je mag zelf kiezen wat en hoe je geloofd
D
Je mag luisteren naar de leider van het geloof
Slide 19 - Quiz
Wie is de bisschop?
Slide 20 - Question ouverte
Wie is de Paus?
Slide 21 - Question ouverte
Wat betekent de kerk?
A
de bijbel van de christenen
B
het gebedshuis van de christenen
C
stenen pilaar van de christenen
D
organisatie van de christenen
Slide 22 - Quiz
Christendom
Jodendom
Bijbel
