MM 1B - 6.1 Stad en Land/6.2 Ontstaan steden (week 1)

Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Mens en Maatschappij

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.1 Stad en land
Leerdoelen
  • Je kent de voorzieningen in dorpen en steden.
  • Je kent het verschil tussen stedelijke en landelijke gebieden.
  • Je kent de verschillen in grondgebruik.



Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.1 Stad en land
Uitleg
  • Stad (meer dan 10.000 inwoners): veel werk, veel mensen, veel gebouwen, meer voorzieningen.
  • Dorp (minder dan 10.000 inwoners).
  • Voorzieningen = winkels, uitgaansgelegenheden (bioscoop, restaurant etc.), scholen, ziekenhuis, kantoren.
  • Veel steden bij elkaar = stedelijk gebied.
  • Veel platteland (dorpen) = landelijk gebied.




Waar vind je in Nederland veel stedelijke gebieden?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.1 Stad en land
Uitleg
  • Meer werk > meer mensen > groei steden = verstedelijking.
  • Kenmerken landelijk gebied: minder mensen (dorpen), meer ruimte (akkerland, weiland, natuurgebied), meer landbouw (boerderijen), minder voorzieningen.




Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.1 Stad en land
Uitleg
Grondgebruik
  • Agrarisch: landbouw.
  • Natuur: bossen, heide, strand, duinen.
  • Bebouwing: huizen, industrie, kantoren.
  • Verkeer: wegen, spoorlijnen.
  • Water: kanalen, rivieren, meren, sloten.




Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.1 Stad en land
Controle leerdoelen
  • Noem drie voorzieningen.
  • Noem twee verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden.
  • Noem vier manieren van grondgebruik



Slide 7 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.2 Het ontstaan van steden
Leerdoelen
  • Je kent de oorzaken van verstedelijking.
  • Je weet wat handel en ambachten zijn.
  • Je weet wat de Hanze was.



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.2 Het ontstaan van steden
Uitleg
  • Rond 1000 na Christus nieuwe manier van voedsel verbouwen > gebruik van mest, gebruik van de ploeg
  • > betere oogsten > meer voedsel > overschot > verkoop op de markt > handel 
  • > ontstaan van andere beroepen > ambachten = dingen maken voor anderen (timmerman, bakker, slager, schoenmaker, dichter enzovoort)
  • > ambachtsmannen gingen wonen op plekken waar veel mensen kwamen > marktplaatsen > ruilen ('ik schrijf een tekst voor jou, jij levert drie kippen aan mij') en verkopen.



Slide 10 - Diapositive

Hoofdstuk 6: Leven in de stad
6.2 Het ontstaan van steden
Uitleg
  • Den Bosch, rond 1500.
  • Lakenmarkt = verkoop van laken (textiel).
  • Wever maakt textiel van wollen draad > kleermaker koopt de stof en maakt er kleren.
  • Wevers en kleermakers waren ambachtsmannen. Weven en kleermaken zijn ambachten.



Slide 11 - Diapositive