H4 tegenargumenten en weerleggingen V3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid

Lesdoelen

Ik kan argumenten, tegenargumenten en weerleggingen in een tekst herkennen.

Ik kan een argumentatie met tegenargumentatie weergeven in een schema.

Wat gaan we doen?

Kennis ophalen: quiz H1 t/m H3

Startopdracht lezen H4

Instructie H4

Opdracht 1

Als er in de inleiding een stelling wordt gegeven is het waarschijnlijk een

1. verklaringsstructuur
2. argumentatiestructuur
3. vraag/antwoordstructuur
4. probleem/oplossingstructuur

Als er in de inleiding een bepaald verschijnsel wordt besproken is het waarschijnlijk een

1. verklaringsstructuur
2. argumentatiestructuur
3. vraag/antwoordstructuur
4. probleem/oplossingstructuur

Als de situatie van vroeger en nu wordt besproken in een tekst dan heeft de tekst een ... structuur

Welke twee soorten argumenten bestaan er?

Dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat zijn signaalwoorden voor

1. argumenten
2. standpunten
3. weerleggingen
4. tegenstellingen

Startopdracht Lezen H4

1. Wat is het onderwerp?

2. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

3. Welk argument voert Höök voor haar standpunt aan?

4. Wat is er tegen dat standpunt in te brengen?

5. Wat is daarop de reactie van Höök?

Begrippen

Standpunt: wat jij vindt

Argument: waarmee je je standpunt onderbouwt

Tegenargument: waarmee jij je standpunt aanvalt

Weerlegging: waarmee jij je tegenargument onderuithaalt.

We maken opdr. 1

argument

standpunt

tegenargument

weerlegging

a

b

c

d

Aan de slag

Ga nu zelfstandig verder met opdr. 2 van blz. 109/110. Dit mag ook online.