Verzorgend redeneren loi goed

Klinisch redeneren
Verpleegplan - Zorgplan
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Klinisch redeneren
Verpleegplan - Zorgplan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgend/klinisch redeneren
Als verzorgende neem je de hele tijd grote en kleine beslissingen over de zorg: er valt je iets op, je beoordeelt wat je ziet, je denkt goed na en je neemt een beslissing. 

Verpleegkundige: Klinisch redeneren is de vaardigheid om eigen observaties en interpretaties te koppelen aan medische kennis

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste definitie van verzorgend/klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te verzamelen voor een zorgleefplan
B
Methodiek om van analyseren tot actie te komen
C
Methode om de gezondheidstoestand te observeren

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je al eens eerder te maken gehad met verzorgend/klinisch redeneren?
Ja
Nee
Ik weet het niet

Slide 4 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen met klinisch/verzorgend redeneren

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mw Bakker heeft al een dag niet geplast. Wat kan er aan de hand zijn?

Slide 6 - Question ouverte

Ophoping van urine > urineretentie
Weinig drinken
Verstopte katheter
Hr Krabbendam geef je diclofenac omdat hij pijn heeft na een heupoperatie. Na enkele uren krijgt hij last van zijn maag en pijn achter zijn borstbeen. Waar denk je aan? Wat is je interventie? Wat doe je daarna?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hr Kramer ligt op jou afdeling. Het valt je op dat dhr. wat rode ontlasting heeft. Waar denk je aan?

Slide 8 - Question ouverte

Een rode kleur in je poep (ontlasting) kan ontstaan door wat je eet (rode kool of bieten). Maar het kan ook komen door bloed bij je poep. Dat is niet altijd gevaarlijk, zoals bij aambeien of wondjes rond de anus. Toch kan het ook wijzen op ernstigere aandoeningen, zoals een chronische darmontsteking of darmkanker.
Wat is logisch nadenken?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kritisch nadenken?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus
Situatie: de volgende cliënt op je route is mevrouw de Vries. Zij is 79 jaar oud. Mevrouw de Vries woont alleen in haar appartement. Haar man is acht jaar geleden overleden, sindsdien gebruikt zij thuiszorg. Mevrouw de Vries is bekend met diabetes en hart- en vaatziekten. Eergisteren is zij gevallen in haar huis. Zij heeft daar gelukkig geen zichtbare verwonding aan overgehouden. Wanneer je binnenkomt, merk je dat ze nog in bed ligt. Ze ziet er bleek uit en heeft zweet op haar voorhoofd. Normaal gesproken zit zij al in de woonkamer met een kopje koffie op je te wachten. Mevrouw de Vries vertelt dat zij zich niet lekker voelt. Ze is wel bij bewustzijn maar reageert minder alert.  

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stappen zou je nemen?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de drie redeneer vragen zou je stellen op het moment dat je mevrouw aantreft?
A
Wat is er aan de hand?
B
Wat kan ik voor u doen?
C
Hoe gaat het met u?
D
Wat moeten we eerst voor u doen?

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgend/klinisch redeneren
Door nadenken de volgende stap bepalen.

Goede beslissingen maken -> juiste gegevens verzamelen met behulp van het stappenplan 'verzorgend redeneren'. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgend/klinisch redeneren

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1 oriëntatie op de situatie
  • Wat valt je op? (overzicht maken van observaties)
    Vitale functies: ademhaling, circulatie (hartfrequentie en bloeddruk), temperatuur en bewustzijn

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1 oriëntatie op de situatie
Bij bepaalde signalen verwijs je een zorgvrager altijd door naar een arts of een andere zorgverlener. Denk bijvoorbeeld aan:
  • hartkloppingen
  • bloed bij de ontlasting
  • onverklaarbaar veel dorst
  • onverklaard gewichtsverlies
  • verwardheid
  • agressie

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MEWS (denkhulp)

Slide 19 - Diapositive

Modified Early Warning Score

MEWS staat voorModified Early Warning System en helpt de verpleegkundige om de toestand van de patiënt op te volgen zodat het risico op achteruitgang van de patiënt tijdig kan gedetecteerd worden waardoor de nodige acties kunnen ondernomen worden om erger te voorkomen.
EPD
EPD staat voor elektronisch patiëntendossier. Dit is een elektronisch systeem, waarin zorgprofessionals zoals artsen, medisch specialisten, verpleegkundigen en psychiaters medische gegevens van patiënten opslaan en verwerken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ECD

Het elektronisch cliëntendossier (ECD) is hét digitale instrument dat alle zorgprofessionals in de verschillende sectoren van de zorg ondersteunt.

. Het gaat om een dossier over de cliënt, voor de
professional.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 2 Punten van aandacht vaststellen (levensdomeinen)

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3
Welke aanvullende observaties zou je willen maken.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 4 verzorgend beleid vaststellen
Formuleer een PES

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 4
Formuleer een zorgdoel (SMART)

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5 verloop van de zorg
passende activiteiten bepalen

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5 Activiteiten uitvoeren

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 5: Rapporteren (SOAP)
Subjectief: Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.
Objectief: De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.
Analyse: Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.
Plan: Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 6
Evalueren/Reflecteren

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pluis/niet-pluis

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie luistert naar een pluis/niet-pluis gevoel tijdens stage?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je naar dat gevoel luistert?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog vragen?

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

afsluiten en evalueren

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions