BEGRIPPENTOETS de eindtoets!

Wat is de functie van de hoofdnerf
A
fotosynthese
B
zuurstof vervoeren
C
water vervoeren
D
koolstofdioxide vervoeren
1 / 41
suivant
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is de functie van de hoofdnerf
A
fotosynthese
B
zuurstof vervoeren
C
water vervoeren
D
koolstofdioxide vervoeren

Slide 1 - Quiz

Een kruidachtige plant blijft stevig door:
A
skelet
B
houtcellen
C
volle vacuole
D
spieren

Slide 2 - Quiz

Wat is de functie van de bladgroenkorrels?
A
Ze zorgen voor stevigheid
B
Ze maken energie
C
Ze bewaren DNA
D
Er kan water in.

Slide 3 - Quiz

Wat is een vacuole?
A
Blaasje met water
B
blaasje met bladgroen
C
Blaasje met DNA
D
Blaasje met cytoplasma

Slide 4 - Quiz


Welke is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de stengel?
A
Vervoeren van zonlicht
B
Vervoeren van water en voedingsstoffen
C
Stevigheid van de plant
D
Handig voor bladluis

Slide 6 - Quiz

Je ziet hier de punten van een wortel met wortelharen. Wat is een taak van de wortel?
A
watertransport, voedselopslag
B
wateropname, stevigheid in de grond
C
voedsel maken, voedselopslag
D
groei van de plant, watertransport

Slide 7 - Quiz

Koolstofdioxide in de lucht is...?
A
Gas
B
Vloeibaar
C
Vast
D
Stoom

Slide 8 - Quiz

Wat is een celwand?
A
Dat is een stevig laagje om een dierlijke cel
B
Dat is een stevig laagje om een plantaardige cel
C
Dat is een stevig laagje om de menselijke cel
D
Dat is een stevig laagje om de plant./dierl. cel

Slide 9 - Quiz

Wat is bladmoes?
A
een eetbaar gedeelte van het blad
B
het groene gedeelte van het blad wat tussen de nerven ligt.
C
bladmoes zorgt voor stevigheid
D
bladmoes zorgt ervoor dat planten water krijgen

Slide 10 - Quiz

Planten maken hun eigen voedsel door fotosynthese. Dit de formule ervoor:

koolstofdioxide + ____________ + energie → ____________ + zuurstof

Wat moet er ingevuld worden op de plaats van het tweede streepje?
A
zuurstof
B
water
C
stikstof
D
glucose

Slide 11 - Quiz

Houtachtige planten halen hun stevigheid uit:
A
water
B
jaarringen
C
houtstof
D
celwand

Slide 12 - Quiz

Wat kunnen cellen doen doordat zij bladgroenkorrels hebben? (wat doen bladgroenkorrels dus?)
A
Bewegen
B
Fotosynthese
C
Stoffen verbranden
D
Voortplanten

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van nerven?
A
bescherming
B
stevigheid
C
water opnemen
D
voedsel maken

Slide 14 - Quiz

Wat was de functie van een huidmondje?
A
Water opnemen
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Zorgen dat een boom groen blijft
D
Het uitwisselen van gassen

Slide 15 - Quiz

Planten maken hun eigen voedsel door fotosynthese. Dit de formule ervoor:

koolstofdioxide + ____________ + energie → ____________ + zuurstof

Wat moet er ingevuld worden op de plaats van het eerste streepje?
A
zuurstof
B
water
C
stikstof
D
glucose

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van bloemen?
A
vloeistoffen vervoeren
B
fotosynthese
C
voortplanten
D
stevigheid geven

Slide 17 - Quiz

Hoe krijgt de plant mineralen
A
via de huidmondjes
B
Via de vaatbundels
C
Via de wortels
D
Via het blad

Slide 18 - Quiz

Celmembraan plant
Cytoplasma plant
Celkern plant
Vacuole
Bladgroenkorrel
Celwand
Celmembraan dier
Cytoplasma dier
Celkern dier

Slide 19 - Question de remorquage

Met dit onderdeel kan de plant ademen
Hier worden water en voedingsstoffen opgenomen 
Hier maakt de plant glucose (suiker)
Hier zitten de voortplantingsorganen van de plant

Slide 20 - Question de remorquage

Slaat de plant op in de wortels en zaden
Slaat de plant vooral op in zaden
Wat maakt een plant van glucose en waarvoor?
Zorgen ervoor dat processen in de plant goed verlopen
Zijn voor de groei van de plant
Zetmeel
Vetten
Vitaminen
Eiwitten

Slide 21 - Question de remorquage

Hoe heet onderdeel 2?
A
Zijnerf
B
Bladschijf
C
Bladsteel
D
Hoofdnerf

Slide 22 - Quiz

Waar haalt de plant mineralen vandaan?
A
Via de lucht
B
Uit de bodem via water
C
Via de huidmondjes
D
Dit heeft de plant niet nodig

Slide 23 - Quiz

Wat voor functies hebben vezels?
A
Het vullen van de maag
B
Het bevat veel energie en daardoor kunnen we goed bewegen
C
verzadigd gevoel geven en werking van darmen stimuleren
D

Slide 24 - Quiz

Dier
Schimmel
Plant
Bacterie
Dier
Schimmel
Plant
Bacterie

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is het cytoplasma van een cel?
A
afval van de cel
B
de stroperige vloeistof binnen de cel
C
de stroperige vloeistof rond de cel
D
de laag om de cel

Slide 26 - Quiz

Wat is een orgaanstelsel?
A
Een orgaan wat in de buikholte ligt
B
Een groep organen
C
Een groep weefsels die samenwerken
D
Een groep organen die samenwerken

Slide 27 - Quiz

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 28 - Quiz

Welke functie heeft het celmembraan?
A
Regelt alles wat er in de cel gebeurt
B
Regelt de opname en afgifte van stoffen
C
Geeft de cel stevigheid

Slide 29 - Quiz

In veel cellen zit een celkern, de functie van deze celkern is:
A
zorgen voor stevigheid
B
zorgen voor fotosynthese
C
regelen van alles wat er in de cel gebeurt
D
zorgen voor transport

Slide 30 - Quiz

Fotosynthese: welke 3 'dingen' zijn er nodig voor de fotosynthese?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is de formule van fotosynthese?

Slide 32 - Question ouverte

Fotosynthese: Waar in een plant vindt fotosynthese plaats?

Slide 33 - Question ouverte

Fotosynthese: welke stoffen ontstaan door fotosynthese?

Slide 34 - Question ouverte

Een plant is een plant als de cel:
A
Bladgroenkorrels, een kern en geen celwand heeft.
B
Geen bladgroenkorrels, een celwand en een kern heeft.
C
Bladgroenkorrels, een celwand en geen vacuole heeft.
D
Een vacuole, bladgroenkorrels en een celwand heeft.

Slide 35 - Quiz

Vindt in gras fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Gras is een plant (hij is groen). Dus vindt er fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 36 - Quiz

Een plant heeft een groot wortelstelsel. Waar leeft deze plant?
A
Vochtige grond
B
Droge grond

Slide 37 - Quiz

Een plant is een .......
A
cel
B
weefsel
C
orgaan
D
organisme

Slide 38 - Quiz

Vindt in een paard fotosynthese plaats?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
De bladgroenkorrel zit in het blad van een plant.
Een paard is geen plant. Dus vindt er geen fotosynthese plaats
A
Ja
B
Nee

Slide 39 - Quiz

Welke plant is een houtachtige plant?
A
Braam
B
Tulp
C
Eik
D
Gras

Slide 40 - Quiz

Waarvoor zijn de bladeren van planten zo belangrijk voor de plant?
A
Als voedsel
B
Zorgt ervoor dat de wereld mooier is
C
Voor fotosynthese
D
Alle voorgaande

Slide 41 - Quiz