Schrijven - Email

Nederlands - Schrijven
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Nederlands - Schrijven

Slide 1 - Diapositive

Nederlands - Schrijven
Op je examen krijg je 2 of 3 schrijfopdrachten. Soorten schrijfopdrachten zijn:
  • E-mail
  • Brief
  • Advertentie
  • Formulieren invullen
  • Artikel
  • Verslag

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Nederlands - Schrijven
Lesdoel:

Ik schrijf een verzorgde e-mail.

Slide 4 - Diapositive

Nederlands - Schrijven
Soorten schrijfopdrachten:
  • Persoonlijke E-mail
  • Zakelijke E-mail

Slide 5 - Diapositive

Nederlands - Schrijven
Informeel en formeel taalgebruik

  • Informeel
    Persoonlijke e-mail - informeel, gebruik ongeveer dezelfde woorden als wanneer je praat
  • Formeel
    Zakelijke e-mail of brief, gebruik nettere woorden en vermijd populair taalgebruik (vet, chill en gezellig)!

Slide 6 - Diapositive

Nederlands - Schrijven
Informeel en formeel taalgebruik


Slide 7 - Diapositive

Formeel of informeel?
Groetjes, Marlies
A
Formeel
B
Informeel

Slide 8 - Quiz

Formeel of informeel?
Hoe is het?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quiz

Formeel of informeel?
Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 10 - Quiz

Formeel of informeel?
Hoe gaat het met u?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Herschrijf de zin in formele taal: Ga nu mijn woning uit

Slide 12 - Question ouverte

Herschrijf de zin in formele taal: Laat je snel wat van je horen?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Noteer een kort en duidelijk onderwerp bij de volgende situatie:

Je schrijft een e-mail aan een tijdschrift. Je bent al jaren lid, maar vindt het te kinderachtig worden. Je wilt je abonnement opzeggen.

Slide 22 - Question ouverte

Noteer een kort en duidelijk onderwerp bij de volgende situatie:

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt.

Slide 23 - Question ouverte

Noteer een kort en duidelijk onderwerp bij de volgende situatie:

Je hebt een afspraak gemaakt met je studiebegeleider. Op dat tijdstip moet je naar de tandarts. Je wilt de afspraak verzetten.

Slide 24 - Question ouverte

Welke aanhef is goed bij een zakelijk e-mail aan Bert Klein?
A
Geachte heer Klein,
B
Geachte heer klein,
C
Geachte Heer Klein,
D
Geachte heer Klein

Slide 25 - Quiz

Welke afsluiting is goed?
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke Groeten

Slide 26 - Quiz

Welke aanhef is goed bij een zakelijk e-mail aan je docent Marlies Manten?
A
Beste mevrouw manten,
B
beste mevrouw manten,
C
Beste Mevrouw Manten
D
Beste mevrouw Manten,

Slide 27 - Quiz

Opdracht - mail schrijven
Situatie:
Je stuurt een email naar Jeroen Wikkers. Hij heeft je de verkeerde schoenen gestuurd. De maat en kleur zijn niet goed. Je hebt hem geprobeerd te bellen. 
 Jeroen neemt niet op.
Opdracht:
Stuur hem nu een mail en bedenk een oplossing. 

Slide 28 - Diapositive

Nederlands - Schrijven
Lesdoel:

Ik schrijf een verzorgde e-mail.

Slide 29 - Diapositive

Herhalen & Samenvatten
  • Hoeveel schrijfopdrachten krijg je op het examen? 
  • Wat is het verschil tussen informeel en formeel taalgebruik?
  • Wat zijn de vaste onderdelen in een e-mail?
  • Wat is een goede aanhef voor een zakelijke e-mail?
  • Wat is een goede afsluiting voor een e-mail?

Slide 30 - Diapositive