Fictie
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat wordt bedoeld met fictie?
A
Waargebeurde verhalen
B
Realistische verhalen
C
Verhalen met verzonnen elementen
D
Literatuur
Slide 3 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van fictie?
Slide 4 - Question ouverte
Houd je van lezen?
Slide 5 - Question ouverte
Wat is je favoriete boek?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is een genre?
A
Waar een boek over gaat
B
Soort of stijl in de kunst
C
Een besmettelijke ziekte
D
Vertelwijze
Slide 7 - Quiz
Wat wordt bedoeld met het thema van een verhaal?
A
Waar het verhaal over gaat.
B
Voor welke leeftijd het is bedoeld.
C
Welk soort verhaal het is.
D
De beoordeling van een verhaal.
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je boeken/verhalen die spannend zijn? (Engelse term)
Slide 9 - Question ouverte
Hoe noem je de woorden waarmee je je mening geeft?
Slide 10 - Question ouverte
Hoeveel boeken heb je vorig jaar moeten lezen?
Slide 11 - Question ouverte
Bij welke treden heb je een boek moeten lezen?
A
2-5-7
B
1-5-8
C
1-3-5
D
3-5-8
Slide 12 - Quiz
Welke auteur heeft de Harry Potter-serie geschreven?
Slide 13 - Question ouverte
Wat wordt bedoeld met poëzie?
Slide 14 - Question ouverte
Heb je al een boek uitgekozen voor trede 11?
