hoofdletters en leestekens

Welkom! 
Lesdoelen:
  • Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken.
  • Je leert wat leestekens zijn en wanneer je ze moet gebruiken.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom! 
Lesdoelen:
  • Je leert wanneer je hoofdletters moet gebruiken.
  • Je leert wat leestekens zijn en wanneer je ze moet gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Wanneer gebruiken
we een hoofdletter?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Hoe schrijf ik mevrouw molendijk correct?
A
mevrouw molendijk
B
Mevrouw Molendijk
C
mevrouw Molendijk
D
Mevrouw molendijk

Slide 6 - Quiz

Waarom is het belangrijk hoofdletters en punten te schrijven?

Slide 7 - Question ouverte

Wat heb ik eraan?
  • Het maakt teksten lezen makkelijker.
  • Voor het schrijven van teksten later, zoals e-mails, brieven, etc. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat is het verschil tussen deze 2 teksten?

Slide 14 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
de kinderen lopen naar school
B
De kinderen lopen naar school
C
De kinderen lopen naar school.
D
de kinderen lopen naar school.

Slide 15 - Quiz

Hoe schrijf je:
boneriaanse vlag(bandera di Boneiru)
A
Boneriaanse vlag
B
boneriaanse vlag
C
Boneriaanse Vlag
D

Slide 16 - Quiz

Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je:
hiliëlle valerio
A
hiliëlle valerio
B
hiliëlle Valerio
C
Hiliëlle valerio
D
Hiliëlle Valerio

Slide 18 - Quiz

Hoe schrijf je:
ga je in de kerstvakantie naar curaçao

A
Ga je in de kerstvakantie naar Curaçao?
B
ga je in de Kerstvakantie naar Curaçao?
C
Ga je in de kerstvakantie naar curaçao?
D
Ga je in de kerstvakantie naar Curaçao.

Slide 19 - Quiz