5.3 Planten voeden

Welkom allemaal!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal!

Slide 1 - Diapositive

Uit welke 4 onderdelen bestaat een plant?

Slide 2 - Question ouverte

Welke onderdeel vervoerd water en voedingsstoffen, door middel van vaatbundels?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren

Slide 3 - Quiz

Waar in de bladeren worden de voedingsstoffen voor de hele plant gemaakt?
A
Bladmoes
B
Nerven

Slide 4 - Quiz

Waar zorgt de bloem voor?
A
Versiering voor de plant
B
Voortplanting
C
Geen functie
D
Insecten wegjagen

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je planten die stevig blijven door water?
A
Houtachtige planten
B
Kruidachtige planten

Slide 6 - Quiz

Waarmee zuigt de plant water op?
A
Wortelharen die aan de hoofdwortel vast zitten
B
De hoofdwortel
C
De zijwortels
D
De bladeren

Slide 7 - Quiz

Wat zit er in de vrucht?
A
Voedsel voor de plant
B
Zaden
C
Gifstoffen tegen ziektes
D
Water

Slide 8 - Quiz

Waar in de zaden zit het reservevoedsel?
A
De kiem
B
De zaadlobben
C
De zaadhuid

Slide 9 - Quiz

Wat is de kiem?
A
Het begin van een nieuw plantje
B
Het is eigenlijk al een plantje met alles erop en eraan
C
Voedselvoorraad
D
Beschermingslaagje het zaadje

Slide 10 - Quiz

De takken van een plant groeien vanuit de .... steeds langer.
A
Eindknoop
B
Zijknoop
C
knopschubben
D
Ringlitteken

Slide 11 - Quiz

Hoe heet het plekje waar eerst een eindknoop heeft gezeten voordat de tak langer werd?
A
Zijknoop
B
Ringlitteken
C
Knopschubben
D
Bladlitteken

Slide 12 - Quiz

§5.3 Planten voeden zich
  • Je kan benoemen wat planten nodig hebben.
  • Je kan vertellen hoe planten glucose maken 
  • Je kan uitleggen wat planten met glucose doen en wat ze er van maken 
  • Je kan vertellen hoe planten glucose bewaren

Slide 13 - Diapositive

Welke voedingsstoffen 'eten' planten?
  • Zelf eet je bijna alle delen van een plant: wortels, bladeren, stengel, zaden en vruchten. 

  • Planten eten veel anders dan wij, Zij nemen de voedingsstoffen veel anders op.

Slide 14 - Diapositive

Welke voedingsstoffen 'eten' planten?
  • Water (via de wortelharen en huidmondjes)
  • Mineralen (opgelost in water, denk aan stikstof en ijzer. Deze stoffen zorgen voor een goede groei)
  • Koolstofdioxide (Via de huidmondjes)
  • Doormiddel van deze stoffen kan de plant zelf glucose maken

Slide 15 - Diapositive

Hoe maakt een plant glucose?
  • In de bladgroenkorrels maakt de plant glucose, doormiddel van fotosynthese.  

  • Bij fotoshynthese komt ook het gas zuurstof vrij. 

  • Zonlicht zorgt voor voldoende energie voor fotoshynthese.

Slide 16 - Diapositive

Fotoshynthese 

Slide 17 - Diapositive

Aan het werk 
Maken opdracht 1 t/m 10 

Slide 18 - Diapositive

§5.3 Planten voeden zich
  • Je kan benoemen wat planten nodig hebben.
  • Je kan vertellen hoe planten glucose maken 
  • Je kan uitleggen wat planten met glucose doen en wat ze er van maken 
  • Je kan vertellen hoe planten glucose bewaren

Slide 19 - Diapositive

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Celplasma
Vacuole

Slide 20 - Question de remorquage

Waar in de zaden zit het reservevoedsel?
A
De kiem
B
De zaadlobben
C
De zaadhuid

Slide 21 - Quiz

Wat is ontwikkeling?
A
De plant verliest een aantal onderdelen
B
De plant krijgt nieuwe delen
C
Een plant die groter en zwaarder wordt

Slide 22 - Quiz

Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese
Reactie van fotosynthese

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

Licht

Glucose

Slide 23 - Question de remorquage

De formule van fotosynthese
Wat de plant nodig heeft voor fotosynthese.
Komt vrij na de fotosynthese.
Koolstofdioxide
Water
Glucose
Licht
Zuurstof

Slide 24 - Question de remorquage

Welke andere stoffen maakt een plant?
  • Een plant haalt energie uit de gemaakt glucose. 
  • Al het glucose wat over is wordt opgeslagen als: zetmeel, vetten en eiwitten. 
  • Zetmeel en vetten zijn reservestoffen. 
  • Eiwitten worden gebruikt voor een goede groei van de plant.

Slide 25 - Diapositive

Waar bewaren planten reservestoffen?
  • De meeste planten slaan hun reservestoffen op in de wortels.
  • Speciale organen voor de opslag van reservestoffen zijn de knollen (aardappel) en bollen (ui).

  • In zaden worden ook veel reservestoffen opgeslagen.  

Slide 26 - Diapositive

Aan het werk 
Maken opdracht 10 t/m 17

Slide 27 - Diapositive