Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
TV2I - 5 octobre
Slide 1 - Diapositive
SO: jeudi - 12 octobre
Il faut connaître:
- Le passé composé
verbes irréguliers (zoals être, faire, avoir)
à la forme négative
- Faire
au présent + au passé composé + à l'imparfait
Slide 2 - Diapositive
Révision: les pays
Slide 3 - Diapositive
Prépositions pays/villes
In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je ineen land bent of naareen land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:
au > masculin : lePortugal --> au (naar/in) Portugal
en > féminin : laFrance --> en (naar/in) France
aux > pluriel : lesPays-Bas --> aux (naar/in) Pays-Bas
à > villes/villages : à (in/naar) Rotterdam
Slide 4 - Diapositive
Exercice H (supplément) - corriger ensemble
- Chapitre 1 (pages 16, 17)
- Corriges avec ton voisin /ta voisine (kijk na met je buurman of buurvrouw)
Vous avez ==> 2/3 minutes
Slide 5 - Diapositive
Exercice H - réponses
Slide 6 - Diapositive
Exercice I : Discuter ensemble (à 2 ou 3)
Kijk de oefening samen na en bespreek met z'n tweeën of drieën het volgende:
- Welke werkwoorden bij Exercice I worden met être vervoegd (als hulp ww)?
- Welke werkwoorden zijn onregelmatig (inclusief voltooid deelwoord)
- Bespreek zin 13 en zin 15. Hebben jullie dezelfde antwoorden?
Slide 7 - Diapositive
Exercice I - Réponses
=====>>>
=====>>>
=====>>>
Slide 8 - Diapositive
Les devoirs: Exercice J (Ch.1)
Slide 9 - Diapositive
Les réponses: Exercice J
Slide 10 - Diapositive
Au travail
Exercice ==> K
Slide 11 - Diapositive
Livre en ligne
- Aller sur Malmberg pour consulter ton livre
- Chapitre 1 : Fini l'été
- Leçon 1 : L'amour d'été
- Fais (maak) ==> Exercices : 2,3 et 4
(à deux / à trois : met z'n tweeën / met z'n drieën)