TV2F - 2 octobre

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

TV2F - 2 octobre

SO: jeudi - 12 octobre 

Il faut connaître:

- Le passé composé 

• verbes irréguliers (zoals être, faire, avoir)
• à la forme négative

- Faire 

• au présent + passé composé

Révision: les pays

Prépositions pays/villes

In het Frans staat er voor een land of stad altijd een lidwoord. Als je wilt zeggen dat je in een land bent of naar een land gaat, verandert het lidwoord in een voorzetsel:

• au > masculin : le Portugal --> au (naar/in) Portugal
• en > féminin : la France --> en (naar/in) France
• aux > pluriel : les Pays-Bas --> aux (naar/in) Pays-Bas
• à > villes/villages : à (in/naar) Rotterdam 

Elle habite . . . Espagne

1. au
2. en
3. aux
4. à

. . . Canada est un grand pays

1. au
2. la
3. en
4. le

Nous allons . . . France

1. au
2. en
3. la
4. à

Ils habitent . . . . États-Unis

1. les
2. au
3. en
4. aux

Exercice H (supplément) - corriger ensemble

- Chapitre 1 

- Page 16/17

Exercice H - réponses

Exercice I : Discuter ensemble (à 2 ou 3)

Kijk de oefening samen na en bespreek met z'n tweeën of drieën het volgende:

- Welke werkwoorden bij Exercice I worden met être vervoegd (als hulp ww)?

- Welke werkwoorden zijn onregelmatig (inclusief voltooid deelwoord)

- Bespreek zin 13 en zin 15. Hebben jullie dezelfde antwoorden? 

Exercice I - Réponses

=====>>>

=====>>>

=====>>>

Les devoirs: Exercice J (Ch.1)

Les réponses: Exercice J

Les devoirs: Exercice K (Ch.1)

Les réponses: Exercice K

Corriger : les devoirs

Exercice L - à la page 20 --> Supplément

Discuter et corriger ensemble !

Vous avez 3 minutes ! 

Les réponses : Exercice L

========>>>>

========>>>>

========>>>>

Corriger : les devoirs

Exercice M - à la page 20 et 21

Les réponses : Exercice M