pers. vnw + bez. vnw + vz

pers. vnw + bez. vnw + vz
1vwo
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

pers. vnw + bez. vnw + vz
1vwo

Slide 1 - Diapositive

Wat is een pers. vnw?

Slide 2 - Carte mentale

Maak een zin met een bez. vnw.

Slide 3 - Question ouverte

Voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen: vaste woordcombinaties met één of meer voorzetsels die als geheel de functie heeft van een voorzetsel. Je kunt een voorzetseluitdrukking vervangen door één voorzetsel.
  • door middel van > door, met 
  • in verband met > door, wegens

Slide 5 - Diapositive

Er zijn ook voorzetsels die een deel vormen van een vaste combinatie, zoals

rekenen op (op iemands hulp rekenen)
met het oog op (met en op zijn voorzetsels)
in verband met (in en met zijn voorzetsels)
naar aanleiding van (naar en van zijn voorzetsels)
in vervolg op (in en op zijn voorzetsels)

Slide 6 - Diapositive

Wat is het pers. vnw?

Zij geeft mij altijd complimentjes.
A
zij
B
mij
C
zij en mij
D
Er zit geen pers. vnw. in.

Slide 7 - Quiz

Hoeveel pers vnw heeft de volgende zin?
In de pauze kreeg ik het broodje van hem,
omdat het over was.
A
Eén
B
Twee
C
Drie
D
Vier

Slide 8 - Quiz

Ik geef haar mijn mooie fiets.
pers. vnw?
A
ik, haar, mijn
B
ik, haar
C
onze

Slide 9 - Quiz

Vertel ME eens op welke camping JULLIE JE vakantie hebben doorgebracht.
A
me=pers. vnw, jullie=bez. vnw, je=pers. vnw
B
me=bez. vnw, jullie=pers. vnw, je=bez. vnw
C
me=pers. vnw, jullie=pers.vnw, je=bez
D
me=bez. vwn, jullie=bez. vnw, me=bez. vnw

Slide 10 - Quiz

Vul in:

Meneer, wilt .... iets drinken?
A
u (pers. vnw)
B
uw (pers. vnw)
C
u (bez. vnw)
D
uw (bez. vnw)

Slide 11 - Quiz

‘Sta JIJ even voor paal’, zeiden mijn klasgenoten.
A
pers. vnw
B
bez. vnw

Slide 12 - Quiz

Kies een passend bez. vnw.

'De regering(v)was tevreden over .... besluiten'
A
zijn
B
die
C
hun
D
haar

Slide 13 - Quiz

voorzetsels van plaats
voorzetsels van tijd
in de emmer
tegen de kast
na de lunch
achter het huis
tijdens het feest

Slide 14 - Question de remorquage

ervaring
bang
trots
controle
een probleem
antwoord
combineer de werkwoorden met het voorzetsel
voor
op
met
met
op
over

Slide 15 - Question de remorquage

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand

Slide 16 - Question de remorquage

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
donder
werk
onder
zijn

Slide 17 - Question de remorquage

Deze uitleg en oefeningen over pers. vnw, bez. vnw en vz ging....
0100

Slide 18 - Sondage