Cursus 5 paragraaf 1 grammatica woordsoorten werkwoorden

Welkom!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Grammatica
werkwoorden

Slide 2 - Diapositive

Grammatica woordsoorten
1. Werkwoord
2. Peroonsvorm en zinsdelen
3. Lidwoord en zelfstandig naamwoord
4. Onderwerp
5. Bijvoeglijk naamwoord
6. Werkwoordelijk gezegde
7. Voorzetsel
8. Lijdend voorwerp

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel
1. Je kan 3 kenmerken van een werkwoord noemen. 

2. Je kan werkwoorden zelfstandig vervoegen naar de juiste vorm.

3. Je herkent dat werkwoorden en persoonsvormen een verband hebben met elkaar.


Slide 4 - Diapositive

wat is een werkwoord?

Slide 5 - Carte mentale

kijkopdracht
Wat zijn de 3 kenmerken van een werkwoord?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Werkwoorden
1. Iemand doet iets: actie, doen

2.Iemand is iets: brandweerman, mooi

3. Er gebeurt iets: het sneeuwt

+ Kan: meer werkwoorden in één zin

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig- en hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord herkennen
1. Het belangrijkste werkwoord in de zin! Dan weet je wat er gebeurt!
2. Kan in zijn eentje staan.

Hulpwerkwoord 
1. Letterlijk: helpt de zin duidelijk te maken.
2. Kan niet in zijn eentje staan, dan weet je niet wat er gebeurt!




Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig of hulpwerkwoord?
1. Jan zat alleen achter zijn laptop.

2. Hij wou dat hij weer naar school mocht.

3. Dan kon hij zijn vrienden weer zien. 

4. De jongens uit de klas zouden willen dat ze konden voetballen.

Slide 10 - Diapositive

Zelfstandig- of hulpwerkwoord?
1. Jan zat alleen achter zijn laptop.

2. Hij wou dat hij weer naar school mocht.

3. Dan kon hij zijn vrienden weer zien

4. De jongens uit de klas zouden willen dat ze konden voetballen.

Slide 11 - Diapositive

Persoonsvorm
Ik loop met naar huis met mijn vrienden.
Zij loopt naar huis met haar vrienden.
Wij lopen naar huis met onze vrienden.

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen
1. Je kan 3 kenmerken van een werkwoord noemen.

2. Je kan werkwoorden zelfstandig vervoegen naar de juiste vorm.

3. Je herkent dat werkwoorden en persoonsvormen een verband hebben met elkaar.


Slide 13 - Diapositive