3e b/k 24 wo

Victor is een jongen. Hij kan sinds een paar dagen lopen. Daarvoor schoof hij steeds op zijn billen vooruit. Victor mag af en toe proberen om uit een beker te drinken, maar dat gaat nog niet altijd goed.
Dan krijgt hij zijn drinken in een fles of een tuitbeker. Hij wil heel graag bij juf Eva, zijn lievelingsjuf, zijn. Als er een invalster op het kinderdagverblijf komt, vindt hij dat niet leuk en huilt hij heel veel.

Is Victor een baby, een dreumes, een peuter of een kleuter?
A
Baby
B
Dreumes
C
Peuter
D
Kleuter
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Victor is een jongen. Hij kan sinds een paar dagen lopen. Daarvoor schoof hij steeds op zijn billen vooruit. Victor mag af en toe proberen om uit een beker te drinken, maar dat gaat nog niet altijd goed.
Dan krijgt hij zijn drinken in een fles of een tuitbeker. Hij wil heel graag bij juf Eva, zijn lievelingsjuf, zijn. Als er een invalster op het kinderdagverblijf komt, vindt hij dat niet leuk en huilt hij heel veel.

Is Victor een baby, een dreumes, een peuter of een kleuter?
A
Baby
B
Dreumes
C
Peuter
D
Kleuter

Slide 1 - Quiz

cariës is....
A
een gaatje in het tandglazuur
B
het ontbreken van verstandskiezen
C
een scheefstaand gebit
D
tandsteen

Slide 2 - Quiz

Waarom is drinken uit een tuitbeker voor een dreumes niet goed?
meerdere antwoorden goed!
A
slecht voor de spraak
B
slecht voor het gebit
C
staat stom
D
is echt voor baby's

Slide 3 - Quiz

Voor welke leeftijd is dit speelgoed geschikt?
2-4 jaar
6-90 jaar
10-70 jaar

Slide 4 - Question de remorquage


Welk speelgoed draagt het meeste bij aan de ontwikkeling van het kind?
A
Een duurzaam speelgoed en dus lang meegaat.
B
Speelgoed dat bijdraagt aan de ontwikkeling van de motoriek, het geheugen en de sociale aspecten.
C
Een dure speelgoed.
D
Speelgoed dat alleen bijdraagt aan de ontwikkeling van de motoriek.

Slide 5 - Quiz

verbaal
non-verbaal

Slide 6 - Question de remorquage

Is de volgende zin subjectief of objectief?
Nima heeft een gele trui aan.
A
objectief
B
subjectief

Slide 7 - Quiz

Objectief of Subjectief
Karlijn heeft erg leuk met de poppen gespeeld.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Bram zijn ouders vinden een strenge opvoeding belangrijk.
Welke opvoedstijl hoort hierbij?
A
democratische opvoedstijl
B
anti-autoritaire opvoedstijl
C
laissez faire opvoedstijl
D
autoritaire opvoedstijl

Slide 9 - Quiz

Plaats de woorden bij de juiste groep
groep 1

Lisa 13 jaar, basis
Yasmijn, 13 jaar,kader
ruby, 14 jaar, kader 
Iris, 15 jaar, basis
groep 2

veerle, 15 jaar, gt
monique, 15 jaar, gt
hanneke, 15 jaar, gt
ria 15 jaar, gt
Groep 1
Groep 2
Horizontaal
Verticaal
Heterogeen
Homogeen

Slide 10 - Question de remorquage

Voorbeelden van grove Motoriek zijn:
A
Lopen, rennen, fietsen
B
Fietsen, voetballen, puzzelen
C
Rennen, Zwemmen, breien
D
Fietsen, Puzzelen, Breien.

Slide 11 - Quiz

Wanneer is het verstandig om te beginnen met tandenpoetsen?
A
Als het kind 4 jaar is
B
het kind 1 jaar is
C
als het eerste tandje doorkomt

Slide 12 - Quiz

Bij welke activiteit bevorder je de grove motoriek?
A
Fotograferen
B
Moutainbiken
C
Snapchatten
D
Tandenpoetsen

Slide 13 - Quiz

functioneel 
constructief
parallel
Naast elkaar spelen zonder interactie.
Dingen zelf maken. 
Speelgoed wordt normaal gebruikt. 

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is geen voorbeeld van persoonlijke verzorging
A
wassen
B
tandenpoetsen
C
haren kammen
D
boterhammen smeren

Slide 15 - Quiz

Oumaima zit in de kleuterklas. Met het buitenspelen zijn de kinderen tikkertje aan het spelen. Oumaima zegt; 'als je af bent moet je bij de zandbak zitten!'
A
Coöperatief spel
B
Constructief spel
C
Associatief spel
D
Fantasiespel

Slide 16 - Quiz

Een goed voorbeeld van imitatiespel is:
A
Met blokken bouwen
B
Tekenen en knutselen
C
Vadertje en moedertje spelen
D
Touwtjes springen

Slide 17 - Quiz

Wat is het belangrijkste waar je aan moet denken bij het verschonen van een baby?
A
Dat de luier netjes wordt opgeruimd
B
Dat de billen goed schoon zijn
C
Nooit de baby los laten of alleen laten liggen
D
De schone luier netjes omdoen

Slide 18 - Quiz

Wanneer was jij je handen als je werkt met kinderen?
A
Voor- en na elke verschoning van de baby
B
Alleen nadat je flesvoeding hebt gemaakt
C
Voor elk eigen toilet bezoek
D
Alleen als je zelf verkouden bent.

Slide 19 - Quiz

Wat zit wel in borstvoeding, maar niet in flesvoeding?
A
vetten en koolhydraten
B
afweerstoffen
C
eiwitten
D
vitamines en mineralen

Slide 20 - Quiz

toekijkend
coöperatief 
associatief
fantasie 
Kijken naar anderen. 
Er wordt met elkaar gespeeld. 
interactie met elkaar om speelgoed te delen.
Doen alsof / imitatie 

Slide 21 - Question de remorquage