Doelgroep M&A

Startklaar

• Welkom Klas! 
• Ga allemaal op je plek zitten. 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

12 - 18 jaar

4 - 6 jaar

6 -12 jaar

2 -4 jaar

1 - 2 jaar

0 - 1 jaar

voorkennis

      Leerdoelen

De leerling kan de ontwikkelingsfasen benoemen

De leerling kan de verschillende ontwikkelingsgebieden uitleggen

De leerling kan activiteiten selecteren die passen bij de ontwikkelingsfasen en ontwikkelingsgebieden.

3. Leerdoelgericht werken

De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

 Homogene en heterogene groepen

Homogene groepen zijn groepen met de zelfde eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

Heterogene groepen zijn groepen met verschillende eigenschappen, interesse, leeftijd of geslacht.

 Verticale groep

 Verschillende leeftijden. Een groep in een kinderdagverblijf bijvoorbeeld met kinderen van 0 t/m 4 jaar in dezelfde groep.

 Horizontale groep

 Dezelfde leeftijden. 

Activiteiten aanbieden aan een groep

 Homogene groepen: Zelfde kenmerken, bijvoorbeeld: zelfde leeftijd & zelfde geslacht

 Heterogene groepen: Verschillen zijn groter, bijvoorbeeld: Leeftijdsverschil, verschillende geslacht

Verticale groep: Niet iedereen is even oud. Bijvoorbeeld 0 t/m 4 in een groep

Horizontale groep: Iedereen is even oud. Bijvoorbeeld alleen baby's in de zelfde groep.

Interne & Externe factoren

Ontwikkelingsfase

In de ontwikkeling doorlopen kinderen verschillende stappen. Ze leren in elke ontwikkelfase nieuwe dingen en laten ander gedrag zien.

Dit zijn de verschillende ontwikkelingsfasen bij kinderen van 0 t/m 12 jaar:

0 - 2 jaar Baby/Dreumes

2 - 4 jaar Peuter

4 - 6 jaar Kleuter

6 - 12 jaar Schoolkind

ontwikkelingsgebieden 

Lichamelijke ontwikkeling

Lichamelijke ontwikkeling is de ontwikkeling van het lichaam en de motoriek. Motoriek is hoe goed je je lichaam kunt bewegen. Het is hoe je loopt, rent, springt, tekent of iets vastpakt.

Grove motoriek, dit zijn grove bewegingen die je met je hele lichaam maakt.

VB: fietsen, rennen en klimmen.

Fijne motoriek zijn de bewegingen waarbij een deel van het lichaam ingeschakeld wordt. Het gaat om kleine bewegingen.

VB: puzzels leggen, tekenen of vingerverven.

ontwikkelingsgebieden 

Wat is grove motoriek ?

1. Kleine bewegingen met je handen
2. Geen van de drie
3. Kleine en grote bewegingen
4. Grote bewegingen met romp, armen, benen en heel je lijf

Wat hoort er bij de fijne motoriek en wat hoort bij de

 grove motoriek?

Fijne motoriek

Grove motoriek

Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?

Grove motorische ontwikkeling

Fijne motorische ontwikkeling

Geestelijke en sociale ontwikkeling

Fietsen

Samen lezen met je moeder

Spelen in een keukentje

Zwemmen

Op school spelen met klasgenoten

Knippen

Knutselen

Geestelijke en sociale ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling (Cognitief) is de ontwikkeling van denken, het geheugen, taal en spraak.

Sociale ontwikkeling is de ontwikkeling in de omgang met andere mensen en hoe je met gevoelens en emoties omgaat.

Beperking 

Baby en Dreumes (0-2 jaar)

Lichamelijk

- Baby/dreumes groeit heel snel

- 5 maanden omrollen

- Zeven maanden zitten

- 15 maanden lopen

Geestelijke en sociale

- Door anderen na te doen

- Door veel te herhalen

als je, je vinger in het handje van de bay legt doet hij zijn knuistje dicht

zodra een baby iets in zijn mond voelt begint hij te zuigen

Als je het wangetje van de baby aanraakt draait de baby zijn hoofdje

grijpreflex

zuigreflex

zoekreflex

De peuter (2-4 jaar)

Lichamelijk

- Zindelijk worden

Geestelijke en sociale

- Nieuwsgierig

- Zelf doen

- Samen spelen

Wat betekent zindelijkheid voor een kind?

1. Het vermogen om te leren lezen.
2. Het kunnen herkennen van kleuren.
3. Het succesvol beheersen van toiletgebruik.
4. Het begrijpen van complexe wiskundige concepten.

De kleuter (4 - 6 jaar)

Lichamelijk

- Evenwichtsgevoel: kan los fietsen

- Kan lichaam beter beheersen

Geestelijke en sociale

- Imiteren

- Praten

- Fantasie

Schoolkind (6 - 12 jaar)

Lichamelijk

- Groeien in de lengte

Geestelijke en sociale

- Sociaal vaardig

(Hoe je met anderen om moet gaan.)

Wat is een kenmerk van de geestelijke ontwikkeling van een schoolkind?

1. Het vermogen om te kruipen
2. Toename van abstract denken
3. Sterke afhankelijkheid van fysieke activiteiten
4. Onvermogen om emoties te herkennen

De tiener (12-18 jaar)

Lichamelijk

- Duidelijk verschil jongens/meisjes

Geestelijke en sociale

- Zelfstandigheid

- Loskomen van ouders

- Verantwoordelijkheid dragen

Stel je voor dat je de mogelijkheid hebt om iets te zeggen tegen jezelf van vijf jaar geleden. Op welke leeftijd was je toen en wat zou je jezelf vertellen of adviseren?

Volwassene ( 18 - 60 jaar)

Jong volwassenen (18 - 35 jaar)

Volwassenen (35 - 60 jaar)

Lichamelijk

- leesbril, verminderde spierkracht, krijgen
van rimpels, dikker worden, overgang

Geestelijke en sociale

- Midlifecrisis (het moeilijk hebben met

leeftijd)

Ouderen (60 - ouder jaar)

Lichamelijk

- mobiliteitsproblemen
- botontkalking (minder oestrogeen)

Geestelijke en sociale

- eenzaamheid
- dementie (verzamelnaam van aandoeningen 

in de hersenen)

Objectief - Subjectief

Objectief = waarnemen zonder oordeel (FEIT)

Subjectief = waarnemen met een oordeel (MENING)

Aan de slag

Taak 1)
Opdracht 1 activiteiten beoordelen
Opdracht 2 objectief subjectief

Taak 2)

Opdracht 5. PowerPointpresentatie ontwikkelingsfasen

Wat is je sociale omgeving?

Wat is een doelgroep?

Wat is een homogene groep?

Wat is een heterogene groep?

    Begrippen uit deze les

Exit ticket

Wat heb je vandaag geleerd?
Zijn alle leerdoelen behaald?
Hebben jullie nog vragen?