7.3

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

Welkom! 

Welkom

Wat gaan we vandaag doen?

PTA + Planning komende lessen	5 min
Nakijken paragraaf 7.1	15 min
Uitleg Versnellen (7.2)	10 min
Maken opdrachten	10 min
Uitleg Vertragen (7.2)	10 min
Oefenen	10 min
Bespreken opdrachten	10 min

Planning komende lessen:

• Maandag 28 aug:          Paragraaf 7.2 Versnellen en Vertragen
• Woensdag 30 aug:       Paragraaf 7.3 Kracht en Beweging
• Vrijdag 1 sept:                 Paragraaf 7.4 deel 1 Energie 
• Maandag 4 sept:           Paragraaf 7.4 deel 2 Bewegingsenergie
• Woensdag 6 sept:        Herhalingsles
• Vrijdag 8 sept:                SO H7 Paragraaf 1 t/m 4

Nakijken paragraaf 7.1

Pak 7.1 erbij

Pak een pen/potlood om na te kijken

6,8,11,16,18,23,24,25

Lesdoelen:

Aan het eind van de les:

• weet je wat de kenmerken zijn van een beweging waarvan de snelheid verandert
• kan je diagrammen aflezen bij bewegingen waarvan de snelheid verandert
• kan je rekenen met afstand, gemiddelde snelheid en tijd

Open je boek op blz. 162

Aan de slag

• Wat? Maak 7.2 opdracht 26, 27, 28, 29
• Hoe? In je werkboek
• Hulp? Bekijk blz. 162 nogmaals
• Tijd? 10 minuten
• Resultaat? Je weet hoe je moet rekenen met de gemiddelde snelheid
• Klaar? Lees de rest van 7.2 en maak 30 t/m 39

Open je boek op blz. 163

Aan de slag

• Wat? Maak 7.2 opdracht 26, 27, 28, 29
• Hoe? In je werkboek
• Hulp? Bekijk blz. 162 nogmaals
• Tijd? 10 minuten
• Resultaat? Je weet hoe je moet rekenen met de gemiddelde snelheid
• Klaar? Lees de rest van 7.2 en maak 30 t/m 39

Max Verstappen versnelt eenparig vanuit stilstand tot 250 km/h in 5,0 s. Bereken de afstand die Max aflegt tijdens het versnellen. (Tip: Bereken eerst de gemiddelde snelheid uit)

Sergio Perez rijdt met 300 km/h maar moet een noodstop maken. Hierbij ontstaat een remspoor van 30 meter. Hij staat net op tijd stil. Bereken hoelang hij heeft geremd.

Aan de slag

• Wat? Maak 7.3 helemaal behalve steropdrachten
• Hoe? In je werkboek
• Hulp? Lees 7.3 nogmaals door, vraag de docent of je buur
• Tijd? Tot einde van de les
• Resultaat? Huiswerk is af
• Klaar? Laat zien aan de docent en doe daarna iets voor jezelf